Alertcolumn nr. 89: BOERENOPSTAND en de DRIEGELEDING

 

Iedereen heeft het in deze heftige stikstofcrisis altijd over DE boeren: geen boeren, geen voedsel. Maar je hebt boeren en boeren (en voedsel en voedsel…!) en daartussen is een groot verschil. Er zijn namelijk boeren die vervuilen en boeren die niet vervuilen. Boeren die hun vee altijd veel stikstofrijke biks geven, omdat er te weinig grasland ter beschikking is, en die dan vervolgens de mest van hun koeien uitrijden over hun land: zij vervuilen de grond met te veel stikstof. Boeren die – als het gras niet snel genoeg groeit naar hun zin – ook nog kunstmest uitstrooien over hun land werken daar nog intensiever aan mee. En omdat de meeste landbouwmethodes tegenwoordig met trekkers, apparaten en combines gebeuren komen er daarmee door hen nog meer stikstofverbindingen in de atmosfeer.

Want let wel: er is geen stikstofprobleem. Stikstof komt voor in de lucht, in zijn zuivere vorm, als N of N2. Wij ademen dat in en uit, geen enkel probleem. Het is niet de (zuivere) stikstof die het probleem is, het zijn de stikstofverbindingen. Met name ammoniak (NH3) in bodem en water, stikstofoxide (NO) en stikstofdioxide (NO2) als vervuilers van de lucht: dat zijn de grootste boosdoeners. Door hun toedoen verzuurt de grond, bepaalde planten gaan woekeren (zoals brandnetels, braam-struiken en gras), een groot aantal plantensoorten verdwijnen, met hen verdwijnen ook de meeste vlinders en insecten, de biodiversiteit neemt drastisch en dramatisch af.

Maar als je een akkerbouw of veeteeltbedrijf hebt, of nog beter een zelfvoorzienend gemengd bedrijf met veel biodiversiteit, veel verschillende gewassen en dieren met zo min mogelijk machines die vervuilen dan is er helemaal geen stikstof probleem. Een aantal organisaties van die betere landbouw-methodes hebben daarover nu een plan gemaakt in 10 punten: het groenboerenplan. Zij boden dat aan aan de ministers die verantwoordelijk zijn voor de landbouw. Die reageerden in eerste instantie enthousiast en zeiden dat dat wel is waar we met de landbouw in Nederland naar toe moeten. Maar of ze er veel mee doen? Er zijn namelijk zoveel achterliggende motivaties van allerlei belanghebbende organisaties. Op een aantal van de in dit groenboerenplan verwoorde problemen komen we verderop in dit artikel nog terug.

Wat die idealen betreft die je kunt hebben ten aanzien van een echt goed boerenbedrijf: er is momenteel een prachtige documentaire op Netflix te zien die The biggest small farm heet en die gaat over de transformatie van een stuk verdord land in Californië tot een biofarm van paradijselijke schoonheid. Ook hier is biodiversiteit het toverwoord. Ook is er een film in Nederland uitgebracht: Dansen met de gehoornde dames, die ook uitvoerig laat zien hoe veeteelt anders kan en wat een levensvreugde dat bewerkstelligt bij mens en dier….

Het probleem dat Nederland heeft met de veestapel is ook in het buitenland niet onopgemerkt gebleven. In de nieuwsbrief The defender van de website Children’s Health Defense, een organisatie die geleid wordt door Robert F.Kennedy jr. staat ook een zinvol artikel over de Nederlandse stikstofproblema-tiek. De schrijver, James Lyons-Weiler PhD, begrijpt de aanpak niet van de Nederlandse regering: “The Netherlands is doing it wrong”! Zo wordt er gezegd dat de Nederlandse boeren al best veel hadden gedaan en hebben bereikt: 50 % minder vervuiling door kunstmest en 40 % minder vervuiling door koemest in de laatste 25 jaar (tussen 1990 en 2015). Dus dat is op zich prijzenswaardig! Dan ga je die boeren toch niet bestraffen?!

Waarom verklaart de regering de boeren dan in plaats daarvan de oorlog en bedreigen ze hen met een vaag, onlogisch en voor ieders bestaan en toekomst bedreigend uitkoopplan, dat miljarden kost maar niet ècht iets oplost: de boeren die blijven, mogen en kunnen nog steeds doorvervuilen, het zijn er alleen getalsmatig minder. Dat lost dus niet ècht iets op….! Een stimuleringsplan voor een overschakeling op andere landbouw-methodes, kleinschaliger, gezonder, met veel meer biodiversi-teit zet veel meer zoden aan de dijk. Volgens het artikel kan al veel bereikt worden als elke boerderij omringd wordt door een strook met allerlei verschillende bloemen en kruiden.

In dit artikel is ook een tweet van Robert F.Kennedy jr opgenomen die schrijft: “We zouden het gebruik van chemische kunstmest moeten reduceren en zorgen dat de chemische industrie betaalt voor hun stikstof-vergiftiging, in plaats van de boeren te criminaliseren die ingestapt zijn in de chemische tredmolen van het industriële agrarische model”. Daarin zitten meerdere elementen: 1. Er is een model van hoe je zou moeten boeren dat gebruikelijk was en is in de intensieve veehouderij: veel kunstmest, veel stikstof in veevoer, veel machines die vervuilen. 2. Boeren die daarin stappen moet je proberen te overtuigen om over te stappen op een ander model zonder stikstof vervuiling. 3. De industrie die die vervuilende en schadelijke vorm van kunstmest en veevoer produceert en aanprijst moet betalen voor de vervuiling die zij aanrichten.

Het plan dat de Nederlandse regering nu presenteert is waanzinnig van opzet en misdadig in haar uitwerkingen. Hoe haal je het in je hoofd om boeren gedwongen op te leggen dat zij worden uitgekocht en moeten stoppen met hun beroep en met hun bedrijf? Het kost miljarden en wordt door niemand gewild. Of toch? Er circuleert een kaartje waarop percentages staan van gebieden waar veel of weinig boeren moeten verdwijnen. Dat kaartje is niet door het RIVM vervaardigd maar door de Rijksoverheid, maar blijkt bij navraag samen te hangen met de Green Deal die vanuit de Europese Unie over ons wordt uitgerold.

Nu is de Europese Unie een orgaan dat geheel ondemocratisch functioneert. Het Europese parlement wordt weliswaar door de Europese bevolking gekozen, maar dat parlement is niet (zoals de Tweede Kamer dat op papier in Nederland wèl is) het hoogste orgaan in Europa. Het Europese parlement heeft geen invloed en nauwelijks iets in te brengen. Het eurobeleid wordt bepaald door de Europese commissie die door de regeringsleiders en via coöptatie worden gekozen en benoemd. Die euro-commissarissen hebben haast onbeperkte macht. Dankzij de lobbyistenbureau’s die in Brussel floreren hebben de mensen met het meeste geld, die de duurste en beste lobbyisten kunnen inschakelen de meeste invloed op het beleid. Eigenlijk is dit systeem door en door corrupt.

Een voorbeeld dat ik vaak gebruik om de ondemocratische corrupte sfeer in de EU aan te tonen is de beslissing omtrent glyfosaat (van Monsanto). Iedereen weet nu langzamerhand wel dat deze onkruidverdelger zeer giftig is en kanker veroor-zaakt en dus verboden zou moeten worden. Het Europese parlement was ook in grote meerderheid vóór een algeheel verbod op glyfosaat. Maar daar gaat het parlement niet over, dat beleid is namelijk uitbesteed aan een commissie van “deskundigen”. En die vonden dat ze Monsanto nog wel vijf jaar de gelegenheid mochten geven om Europees agrarisch gebied nog verder te vervuilen…. Welke invloed op deze commissie is uitgeoefend en hoe dat is gegaan is niet bekend…

De Green Deal, een groot aantal activiteiten om de natuur-gebieden uit te breiden ten koste van de boerenbedrijven, die met name door euro-commissaris Frans Timmermans aan de man worden gebracht is vervolgens weer onderdeel van een nog groter masterplan. Daarover eerst het volgende. De boeren kwamen onlangs in Stroe bij elkaar om te bespreken over de acties die ze zouden gaan voeren tegen dit abominabele regeringsbeleid. In datzelfde Stroe werd door de provincie Gelderland onlangs een merkwaardig plan gepresenteerd. De overheid wilde een gigantisch plan daar realiseren dat “Stroe City” werd genoemd. Dat werd ondermeer gepresenteerd door Hugo de Jonge, minister van woningbouw. Het was een uitbreidingsplan van het dorp Stroe (dat 250 woningen telt) met 25.000 nieuwbouwwoningen. Echt waar! Maar dat is het honderdvoudige van wat er nu staat, dat kan toch niet in zo’n boerenomgeving…?! Door enorm veel tegengas, o.a. door de SGP-wethouder van de gemeente Barneveld is het plan voorlopig weer even van de baan.

De andere Krant

Maar langzamerhand begint duidelijk te worden dat al deze zaken onderdeel zijn van een nog veel groter masterplan, waar Nederland nu blijkbaar een proefballon voor is. Een tip van de sluier van dit masterplan wordt opgelicht door de meest recente Andere Krant, (zie afbeelding). De titel wijst er op dat het hier gaat om de strijd om onze voedselketen. Het artikel begint zo:

De Nederlandse overheid werkt nauw samen met het World Economic Forum (WEF) om de voedselsector drastisch te hervormen. Nederland is spin in het web van een wereldwijde, nieuw te vormen voedselketen, die aangestuurd wordt vanuit de zogeheten WEF Food Innovation Hubs. Het hoofdkantoor daarvan bevindt zich in Wageningen. De rol van de traditionele boer in de WEF-plannen is marginaal.

De boer wordt dus buitenspel gezet, de staat en de industrieën nemen de voedselproductie in handen, kapen hem van de boeren, zoals de titel luidt van het artikel.

In het artikel wordt verteld hoe Wageningen het centrum van de wereld is van dit plan en hoe het WEF op dit vlak samen-werkt met de Wageningse landbouwuniversiteit (WUR) en met het door de provincie Gelderland gesponsorde ‘voedsel-innovatieplatform’ FoodvalleyNL. Boeren komen in dit plan nauwelijks voor, het WEF zet vooral in op privaat-publieke samenwerking met grote bedrijven. Foodvalley, gefinancierd door de provincie Gelderland, staat onder voorzitterschap van oud-minister Edith Schippers (VVD) en heeft grote bedrijven zoals Jumbo, Aldi, HAK, Rabobank en DSM als lid, terwijl Edith Schippers zelf notabene president is van deze grote voedingsmiddelenmultinational DSM. Dus ook hier weer belangenverstrengelingen en industrieën die infiltreren in overheidsorganen en een overheid die zich door de industrie laat corrumperen. Ook Marc Rutte heeft in een zoommeeting van het WEF gezegd: “De rol van bedrijven in de voedselsector moet worden gestimuleerd om schaalbare oplossingen te creëren”. Wat zijn die “schaalbare oplossingen”? Daarmee wordt vanzelfsprekend schaalvergroting bedoeld om daardoor goedkopere producten te krijgen voor de supermarkt.

Maar juiste de kleinschalige bedrijven leveren, wat etherkrachten betreft, de beste en meest gezonde producten. Maar dat wordt minder interessant geacht, want alles moet goedkoper en goedkoper wordt het vooral door: kassen zonder aarde, met een minimum aan water en een kleine ‘footprint’, kassen boven elkaar, flats voor koeien, varkens en kippen, die nooit meer het daglicht zien of in een klaverweide lopen, maar kunstmatige voeding krijgen en uitgedokterde klimaat-omstandigheden, geheel wetenschappelijk verantwoord en technisch goed uitgedacht. Dan heb je veel minder landbouw-grond nodig, zoals het Deense bedrijf Nordic Harvest (zie: www.nordicharvest.com) laat zien of het bedrijf AeroFarms.

David Rosenberg de CEO van dit laatste bedrijf noemt zijn bedrijf een kruising tussen een boerenbedrijf en een technologieconcern. Hij kan zijn gewassen laten groeien en rijpen van zaad tot oogst in 15 dagen, terwijl dat in een kas of op het veld drie keer zo lang duurt (45 dagen). Ook heeft hij minder water nodig. Bill Gates heeft 50 miljoen dollar in dit bedrijf gepompt voor het ontwikkelen van landbouwrobots die het werk sneller en goedkoper kunnen verrichten dan de boer! Als je intoetst bij Google: Aerofarms David Rosenberg , of Ducked, krijg je een beschrijving van Davids loopbaan en zie je dat hij actief is binnen het World Economic Forum, dat hij actief WEF-lid is met name binnen de groep van de Young Global Leaders…

Dit is de van bovenaf geplande toekomst van onze agrarische sector. En daarom moeten alle boeren (versneld) verdwijnen. Synthetisch voedsel, gemanipuleerde planten, opgesloten vee, genetisch gemodificeerde zaden, technisch geknutselde klimaatomstandigheden: je moet het willen. Daarom maakt het mooie groenboerenplan ook weinig kans. Er zit hier een andere sturing achter, andere (financiële) belangen, een wereldmasterplan. De minister van landbouw kan enthousiast klinken over het groenboerenplan, zijn minister-president (Rutte) en het WEF hebben hele andere plannen, andere belangen. Zij willen zoveel mogelijk geld verdienen en bij voedsel ligt daar een grote kans. Voedsel is een noodzaak voor iedereen, dus dan valt er veel te verdienen.

Het is afschuwelijk dat we in een vrije markt leven waar iedereen alles mag doen en waar het recht van de sterkste heerst en de survival of the fittest, zonder garanties voor de volstrekte vrijheid in het geestesleven (waartoe ook de voedingskeuze en de gezondheidszorg behoren) en zonder stimulerende en bepalende regels om broederlijkheid, eerlijke verdeling en samenwerkingsregelingen in de economie te laten ontstaan. Nu dat alles in de wet- en regelgeving niet goed geregeld is kunnen er zulke rare uitwassen ontstaan als speculatie op voedsel: zogenaamd onder het mom van de oorlog in de Oekraïne en de schaarste van graan gaan banken en rijke beleggers speculeren met graan en andere voedingsmiddelen en daardoor worden de prijzen onnodig gigantisch opgedreven. En ondanks dat er wereldwijd graan genoeg is om iedereen te voeden, wordt er toch allerwege honger geleden. (Zie over deze speculaties met ons voedsel een interessant verslag in de Foodwatch-update van 30 mei 2022 – in te vullen bij Google – met daarin een videofragment van EenVandaag van 04-05-22 om 18.35).

Dat het hier niet om natuurvriendelijkheid gaat of om stikstofreductie, maar om de ombouw van de voedselverbouw naar voedselindustrie, oftewel de vervanging van boeren door industriëlen en ondernemers blijkt ook uit het volgende voorbeeld: In het laatste nummer van het tijdschrift Gezond Verstand, dat gratis aan te vragen of te downloaden is via internet (https://gezondverstand.eu/2022/07/91/nummer-46-27-juli-2022/ ) staat een artikel: Over kalfjes en het bewijs dat de overheid niet in het stikstofprobleem gelooft. Daarin staat dat de kalfjesindustrie, die de meeste stikstof produceert en het meest dieronterend is van allemaal helemaal vrijgesteld is van alle stikstofmaatregelen. Hoe dat zo?

Dat is niet zo moeilijk te bedenken, als je de strekking van mijn artikel begrijpt. Het fokken van kalfjes ìs namelijk al een industrie. Deze diertjes worden al heel jong wreed bij hun moeders weggehaald, in grote vee-auto’s gestopt (wat een trauma’s allemaal voor deze jonge dieren) en dan vanuit allerlei landen (Polen, Estland, Ierland, Duitsland, Denemarken) naar Nederland vervoerd waar ze in één van de 1400 Nederlandse kalveropfokbedrijven in zes tot negen maanden worden vestgemest voor de slacht. Kistkalveren (dwz. ze opsluiten in kisten waarin ze niet of nauwelijks kunnen bewegen) mag niet meer, maar hoe minder ze bewegen, hoe witter het vlees, dus zal de loopruimte van de kalveren wel beperkt zijn.

1100 van deze 1400 kalverbedrijven zijn aangesloten bij van Drie, de grote kalverketen in Nederland. Die verwerken, verhandelen en verkopen niet alleen het kalfsvlees (95% gaat naar het buitenland, met name Italië, Frankrijk en China). Van Drie produceert ook het (stikstofrijke) opfokvoer, zorgt voor de mestafvoer, slacht zelf, verwerkt de huiden voor de leerindustrie en gebruikt het kalverbloed in de farmacie. Kennelijk hebben ze goede contacten met het Ministerie van Landbouw want ze vallen buiten alle stikstofvoorschriften en zijn ook vrijgesteld van alle productierechtenregelingen.

Momenteel worden er wel een aantal kalverslachterijen op de Veluwe uitgekocht vanwege natuurplannen, maar die kunnen vrolijk in een ander deel van het land weer worden opgezet, dankzij het riante bedrag wat ze daarvoor hebben opgestreken en het ontbreken van beperkingen of restricties. De familie van Drie: vader Jan van Drie en zijn drie zoons Jan, Herman en René varen er wel bij. Hun anderhalf miljoen kalveren en hun 25 verwerkingsbedrijven hebben gezamenlijk een omzet van 2,2 miljard euro, wat goed is voor een winst van 75 miljoen euro (was 110 miljoen vóór de Coronacrisis). Niet gek, als je met zijn vieren zo’n familiebedrijfje hebt… Duidelijkste bewijs dat dit zo niet langer kan en dat het echt anders moet. Niet nog meer van dit soort bedrijfsachtige verkrachting van onze veeteelt. Is er een alternatief? Waar moeten we beginnen?

Het groenboerenplan begint met als eerste kernpunt om tot een omslag te komen en perspectief te bieden: 1. Duurzaam boeren kan alleen als er een eerlijke prijs wordt betaald. Prijsvorming is een merkwaardig fenomeen. Eigenlijk wordt de prijs momen-teel niet bepaald door de boer die produceert en die al zijn kos-ten zo goed mogelijk moet vertalen in een kostprijs met een winstmarge, maar door de supermarkt, die uit concurrentie-overwegingen met de andere supermarkten de laagst denk-bare prijs wil betalen voor het zuivel- of landbouwproduct. Als de boer dat te laag vindt, wat het absoluut is, dan zoeken ze wel een andere producent (in een ander land) die wel akkoord gaat met deze prijs. Dat is natuurlijk je reinste chantage. Dat is de omgekeerde wereld, de afnemer bepaalt de prijs van het product en niet de maker ervan, die de kosten van het maken kent.

Omdat dit zo gaat is de boer gedwongen om de goedkoopst mogelijke productiemethode te kiezen en dat drijft hem in de handen van de grootschalige industriële landbouwmethodes die door kunstmestfabrikanten en voedselspeculanten worden aan-geprezen. De kwaliteit van het voedsel, van ons leefmilieu, de gezondheid van de boer en zijn bedrijf: alles heeft dan te lijden onder deze onjuiste en onmogelijke situatie. We moeten af van die veel te goedkope prijzen in de supermarkten, die elkaar beconcurreren met absurd lage prijzen. We moeten weer bereid zijn om de juiste prijs te betalen en de juiste prijs is die prijs waarvoor de boer een zo goed mogelijk product op de meest milieuvriendelijke en duurzame manier kan produceren. Niet de laagste prijs maar de juiste prijs: daar gaat het om… (In een Zembla-uitzending over De macht van de supermarkten in ons voedselsysteem gaat het uitvoerig over dit probleem – nog terug te zien via google: zembla over supermarkten).

We zijn ook nu op dit punt weer aangeland bij de ideeën van de sociale driegeleding: vrijheid in het geestesleven, gelijkheid en goede regelingen in het rechtsleven en broederschap in het economische leven. Wat we nu vanuit de driegeleding kunnen doen voor de boeren die – terecht – in opstand komen tegen de meest waanzinnige maatregelen en de sturing daarin vanuit Europa en uiteindelijk vanuit het World Economic Forum, die hen gewoon weg willen hebben om er iets anders voor in de plaats te zetten, is het volgende. Allereerst zouden we de boeren moeten omarmen, dat wil zeggen dat we uitspreken hen te willen steunen en helpen. In ruil daarvoor moeten ze wel hun vee goed verzorgen en hun landbouwproducten schoon en duurzaam telen.

Even tussendoor: koeien hoornloos maken is onnodig als er ruime stallen zijn of als koeien meestal in de wei zijn, een hoornloze koe is niet alleen een totale verstoring van het oerbeeld van de koe, het heeft ook invloed op de melk: met horens wordt de melk veel kosmischer en gezonder, zonder hoorns is de melk enkel en alleen materie. En die flappen met nummers in hun oren zijn ook totaal respectloos voor het wezen van dit van oorsprong heilige dier. Ook de behandeling van koeien als dingen, als machines die melk produceren die geld opbrengt getuigt niet van eerbied voor wat de koeien in wezen zijn. Datzelfde geldt ook voor het afbranden van snavels bij kippen of het steeds in het donker houden van kippen in Amerika omdat McDonalds wit zacht vlees wil, of het juist steeds lichten aanhouden in kippenhokken waardoor ze alsmaar eieren blijven leggen en na één jaar al worden afgeschreven, omdat ze dan uitgeput zijn…. Dat allemaal dus niet, maar respect voor het wezen van de dieren en respect ook voor de kringloop in de natuur, waar het gemengde boerenbedrijf een afspiegeling van is.

Dus wij gaan met zijn allen om de boer heen staan en helpen hem met zijn bedrijf. We kunnen producten van hem afnemen tegen de winkelprijs, zodat hij een hogere prijs daarvoor krijgt dan van de supermarkt (die er zelf het meeste aan verdienen wil). Dus: koop lokaal onder het motto: lokaal, het nieuwe normaal! Bovendien is het ook nog goed voor de moraal…. Je kunt via internet gebruik maken van een “lokaalwijzer”, die je de weg wijst naar de meest nabij gelegen lokaal verkopende boeren. Maar je kunt nog wel meer ook doen voor en met die plaatselijke boer. Je kunt, en dat is zeker aantrekkelijk als het een gemengd bedrijf is dat veel verschillende producten levert, een coöperatie met hem opzetten. Dan geef je hem een zekerheid voor afname en hij heeft een vast bedrag waar hij op kan rekenen.

Je kunt nog verder gaan en dat doet de organisatie van Herenboeren,  bij hen worden de afnemers mede-eigenaren van de boerderij. Zij zetten nog meer geld in en hebben een nog grotere afname van “hun” producten. Je kunt zelfs zover gaan dat de boer een werknemer wordt van de coöperatie en dat de coöperatie de volledige eigenaar is van het bedrijf. Wat ook een mogelijkheid is, die in het verlengde hiervan ligt is dat de grond van de boer wordt overgenomen. Deze grond wordt ‘vrijgekocht’ d.w.z. dat de boer er geen aanspraken meer op kan maken in ruil voor er wel permanent gebruik van te mogen maken. Datzelfde kun je ook doen met (dure) productiemiddelen, apparaten, tractoren etc. Het wordt eigendom van een vereniging of coöperatie en de boer krijgt een permanente gebruiksvergunning.

Voordeel van zo’n laatste constructie is niet alleen dat één van de belangrijkste items van de driegeleding wordt gerealiseerd, maar ook dat landbouwgrond wordt gered voor het bedrijf van de boer en zijn eventuele opvolger(s). Zo blijft landbouwgrond steeds landbouwgrond. Trouwens als er een voedselbos wordt gecreëerd kan ook nog voldaan worden aan het predicaat “natuur”, dus dan kan zo’n ‘bos’ zelfs bij een eis tot teruggave van landbouwgrond aan de natuur gehandhaafd blijven. Kortom: er zitten veel voordelen aan dit “vrijkopen” van grond. Grond kan dan niet meer economisch verhandeld worden. Bovendien drukken er dan veel minder hoge investeringskosten op de dagelijkse bedrijfsvoering, wat weer gunstig is voor de prijsvorming.

De toekomst van onze voedselketen staat of valt dus met onze houding, ons gedrag: zijn wij bereid de ‘juiste’ prijs te betalen voor onze producten? Stappen we af van onze houding om altijd het allergoedkoopste te kopen en niet na te denken over wat de gevolgen zijn van dit koopgedrag van jou? Zijn wij ook bereid na te denken over coöperatievormen en sterker nog willen we actief in zo’n coöperatie instappen, of zoiets oprichten als die er nog niet is?

Zoals elke crisis zijn er ook hier kansen, maar die moeten we dan wel grijpen, we moeten er wel iets voor doen. Maar het interessante is: we hoeven dat niet alleen te doen, we kunnen ons daarbij verbinden met anderen mensen die datzelfde willen. En dan komt er werkelijk iets tot stand: vanuit broederschap. Broederschap in het economische, het kan, als wij dat willen, als wij dat doen…!

Nog even dit: gewoon boeren is goed, biologisch boeren is beter omdat het geen vervuilende stoffen gebruikt, biologisch dynamisch is het best, omdat men daar ook oog heeft voor het geheel en vandaaruit de aarde ook kan helpen verbeteren, kan helpen genezen. Daar wordt de aarde zelf ook beter van…!

Zie ook: https://www.natureandmore.com/nl/all-about-organic/biologisch-dynamisch-wat-is-dat

Trouwens: alles over de toekomst van onze landbouw staat ook in het geweldige werk van Meino Smit, die vaak aan de Alertgroep-bijeenkomsten in Appelscha heeft deelgenomen: Naar een duurzame landbouw in 2040. Een nieuw perspectief. Echt een goed boek en heel volledig in zijn beschrijvingen en alleszins het lezen (en bestuderen) waard!!