Cuba’s ‘groene revolutie’ in de landbouw

ingezonden door Albert Roessingh

Wat in het onderstaande artikel staat en in de filmpjes te zien, is  wereldnieuws!

In Wikipedia wordt over Cuba gezegd:

De Republiek Cuba met 11 miljoen inwoners, heeft een alfabetiseringsgraad van 99,8%, een kindersterftecijfer dat lager is dan sommige geïndustrialiseerde landen, en een gemiddelde levensverwachting van 78,3 jaar, daarmee heeft Cuba een hogere levensverwachting dan de Verenigde Staten. In 2006 was Cuba het enige land in de wereld dat aan de WWF-definitie van duurzame ontwikkeling voldeed; met een ecologische voetafdruk van minder dan 1,8 hectare per hoofd van de bevolking en een Index van de menselijke ontwikkeling van meer dan 0,8 voor 2007.

Over hoe het komt dat Cuba zo’n kleine ecologische voetafdruk heeft, dat een stad als Havana met meer dan 2 miljoen inwoners in staat is zichzelf te voeden, gaat het volgende artikel. Over een stille, onbekende revolutie die mondiaal een KEERPUNT in het denken en handelen teweeg zou moeten brengen …

Voor wie geïnteresseerd is in allerlei nieuwe en energiezuinige methodes en machines om voedsel te produceren hierbij een tweedlige film over hoe Cubanen de voedselproblematiek in eigen land hebben aangepakt na de “speciale periode”. Ook in Nederland kunnen de landbouwbedrijven en de boeren gaan omzien naar een werkwijze die minder energie vraagt en afhankelijk is van fossiele brandstoffen. Minder transport en op een andere wijze produceren (meer lokaal) zal de vraag naar energie doen afnemen.
De lobby van bedrijven als Monsanto GMO food, pesticiden benadrukken dat wat hier gebeurde niet mogelijk is en alleen zij het antwoord hebben op het mondiale voedsel vraagstuk. Niets is minder waar dan deze bewering!

Albert Roessingh

Cuba’s ‘groene revolutie’ in de landbouw

transcriptie van de relevante tekst

Hoe kunnen we onze landbouwgrond terugkrijgen en is dat al eens gebeurd?

Het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in de late jaren negentig had een grote economische crisis in Cuba tot gevolg die bekend staat als de Speciale Periode. Het BNP (bruto nationaal product) in Cuba zakte tussen 1989 en 1993 met 34%. Je kunt deze vrije val vergelijken met een vliegtuig dat een van zijn motoren verliest. Het was een echte crash. Cuba verloor 80% van zijn export- en importmarkten. De olie-import zakte met de helft. Bussen konden niet meer worden ingezet en fabrieken moesten sluiten. De beruchte elektriciteit black-outs werden heel gewoon en het voedsel werd schaars. De bevolking stierf bijna van de honger. Het voedsel moest op een andere manier worden geproduceerd, dichter bij de grote steden en geürbaniseerde gebieden.

De Cubaanse regering moest in de komende 10 jaar drastische stappen nemen om oplossingen te vinden voor het probleem. Het was het eerste land dat de crisis van de PEAK-OIL moest trotseren waarmee wij allen op termijn te maken krijgen. Bijna van de ene dag op de ander werden 715 miljoen USD aan leveringen van voedsel en medicijn stopgezet. Een paar jaar later werd het embargo geïntensiveerd. Buitenlandse bedrijven die actief waren in Cuba werd verboden om zaken te doen met de VS. Cuba’s toegang tot buitenlands kapitaal werd geblokkeerd. Ieder aspect van het leven werd gedomineerd door de speciale periode. Het systeem moest dus van binnenuit veranderen omdat hulp van buitenaf niet mogelijk was.

Echter, geen enkele verandering in Cuba reikte zover als die in de land- en tuinbouw. Cuba had zich gecommitteerd aan de ‘groene revolutie’. Een systeem dat een massaal gebruik maakte van fossiele brandstoffen zoals diesel voor tractoren en andere machines, pesticiden op basis van olie en kunstmest op basis van natuurgas. De Cubaanse land- en tuinbouw begon in te storten toen het ene na het andere probleem zorgde voor het teruglopen van de productie. Brandstof voor tractoren en reserveonderdelen waren bijna niet te verkrijgen. Zaden, gereedschappen en diervoeders en vaccines waren schaars. Het gebrek aan brandstoffen leidde tot een groot tekort aan voedsel.

Mensen begonnen toen kleine stukjes grond in de steden te gebruiken voor het verbouwen van voedsel zonder dat ze wisten hoe dat moest. Het waren dokters en ingenieurs, maar geen boeren. Een drastische inspanning om ieder stukje beschikbare stedelijke grond, dat werd opgeruimd en schoongemaakt, te veranderen in biologisch land- en tuinbouwgebied. Het werden agrarische tuinen. Toen ze van de crisis hoorden kwamen Australische experts naar Cuba om te assisteren bij het ontwikkelen van nieuwe methodes om te tuinieren en voedsel te kweken. In oktober 1993 kwamen de eerste experts naar Cuba. Het tuinieren op een dak werd ontwikkeld en een trainingscursus hiervoor werd in het leven geroepen. De buren begonnen te zien wat ze met hun ongebruikte ruimtes konden doen. Ze begonnen natuurlijke tuinen op hun daken en in hun patio’s aan te leggen. Cubanen die voorheen leefden van ca. 2 dollar per maand vonden nieuwe wegen om hun inkomen aan te vullen.

De Cubaanse kijk op land- en tuinbouw is drastisch veranderd. Boeren behoren nu tot de bestbetaalde werkers en mensen uit allerlei vakgebieden worden tot het beroep van (stads)boer aangetrokken. Met zeer lage kosten was Cuba in staat om voedsel te produceren. In de steden zijn er momenteel meer dan 100.000 voedselkiosken die verse groenten en ander voedsel aanbieden, die in de nabijheid van dat verkooppunt worden geproduceerd. Meer dan 50% van de behoefte aan groenten die de bevolking (2,2 miljoen) van Havana nodig heeft komt uit de biologische landbouw. In kleine steden en dorpen is de biologische land- en tuinbouw nog productiever. Daar wordt 80-100% van het benodigde voedsel en groenten geproduceerd dat de bevolking nodig heeft. Biologische landbouw levert het voedsel lokaal en elimineert de noodzaak om voedsel over grote afstand te transporteren. Het land kent 169 gemeenten. Een gebied van 5 km rondom een gemeente wordt tot de biologische landbouw gerekend. Het omvat een nationaal systeem waarin 140.000 mensen werkzaam zijn. Het creëert banen, het is een groeiende sector van de economie en het is belangrijk.

Reeds voor de crisis werd duurzame landbouw geanalyseerd. Dankzij deze voorbereiding kon de transitie naar een benadering van landbouw, die niet afhankelijk was van brandstoffen, binnen slechts enkele jaren landelijk worden geïmplementeerd. Zonder fossiele brandstoffen was meer handarbeid noodzakelijk, werden kleinere landbouwbedrijfjes noodzakelijk en steeg het aantal landbouwers.

Grond is een levend geheel. De eerste 7-8 cm van de toplaag van grond zit de sleutel. Als je in die toplaag te veel chemicaliën stopt, dan vernietig je het leven. De gronden waarmee dat gebeurde veranderden bijna helemaal in zand. In Cuba ontdekte men, dat er 3-5 jaar nodig waren om de grond weer vruchtbaar en productief te maken. Omschakeling naar organische, biologische landbouw vergt een bepaalde tijd en er is geld voor nodig om het systeem te ontwikkelen. De grond is namelijk door de chemicaliën aangetast, soms zelfs dood, waardoor het noodzakelijk is om de grond weer op te bouwen en tot leven te brengen. De natuurlijke cycli moeten worden gevolgd. Je dient de natuur te huren zodat die voor je gaat werken. Niet tegen de natuur in werken. Wanneer je tegen de natuur in werkt, verspil je een enorme massa aan (kostbare) energie. Denk aan zware machines die de grond bewerken, transporteren of het voedsel oogsten, zoals tractoren, vrachtauto’s en combines. Na de oogst moet je de grond weer openen en nieuwe meststoffen toevoegen. De belangrijkste ethische voorwaarde is: zorg goed voor het land, voor de grond op de aarde. Dit is heel belangrijk. Als we niet goed voor onze aarde zorgen, dan zal de aarde met ons afrekenen en zich van ons bevrijden.
Cuba’s nieuwe landbouw gebruikt een grote variëteit in grondverbeterende alternatieven om de grond weer te herstellen en in stand te houden. Wisselbouw, composteren en groene bemesting. Dat is een proces waarbij jonge vegetatie in de aarde wordt geploegd. Vele tonnen van organische compost wordt geproduceerd waartoe biologisch keukenafval, rijstvliezen en ander organisch materiaal wordt gebruikt. Wormhumus wordt in lange bakken gefabriceerd. In deze bakken worden de wormen gevoed met organische afvalproducten. Daardoor ontstaat een rijkere mest dan met reguliere compost. Op dit moment is 80% van de Cubaanse landbouwproductie van organische (biologische) afkomst.

VERVOLG: DEEL 2

Het gebrek aan brandstof dwong de Cubanen om minder machines in te zetten, naar kleinere landbouwbedrijven over te schakelen en om diverse gewassen te combineren op een kleiner stukje grond, om zodoende te voorkomen dat de productie in buffers verspreid werd. Cuba ontwikkelde veel biologische pesticiden en meststoffen. Op dit moment exporteren ze zelfs bio-pesticiden en bio-meststoffen naar Centraal-Amerika en andere landen in Latijn-Amerika. Cuba heeft één groot voordeel. De Latijn Amerikaanse bevolking bestaat slechts uit 2% Cubanen, maar Cuba bezit wel 11% van alle wetenschappers in dit gebied.

Het is moeilijk om verschillende soorten gewassen te kweken in het hete klimaat van Cuba. Daarom gebruiken landbouwers een variëteit aan poreuze gaasbedekkingen over een simpele constructie om de zonnestralen te breken. Daardoor kunnen de landbouwers het seizoen verlengen. Als er een orkaan over het gebied komt, dan kun je na afloop de hele afdekconstructie snel en eenvoudig weer opbouwen. Bovendien kun je met deze simpele constructies ook het gebruik van pesticiden beheersen want niet alleen de straling en de hitte worden erdoor geweerd, ook het aantal schadelijke insecten die het afgedekte gebied binnendringen neemt af.

In de jaren tachtig werden in Cuba 21.000 ton chemische pesticiden gebruikt. Nu gebruikt men slechts 1.000 ton. Er worden dus 21x minder chemicaliën toegepast. Dat is goed voor het milieu, goed voor de gezondheid en dat is ook goed voor de grond. Cuba maakt gebruik van het principe van tussenbeplanting van gewassen om de noodzaak van het gebruik van pesticiden terug te dringen. Daardoor wordt de Cubaanse landbouw duurzamer. Niemand bemest en irrigeert een bos. Dat doet het bos zelf. Dus als je in staat bent om zoiets als een voedselbos te creëren, dan is het plukken van het fruit en het oogsten van de overige producten de voornaamste bezigheid. Bovendien is de totale inzet belangrijk lager met dit concept. Je werkt harder in het begin maar eens het systeem tot stand gebracht is, is er minder inzet van arbeid nodig. Het wordt ook wel de luie mensen landbouw genoemd, maar dat komt omdat je samenwerkt met de natuur en niet tegen de natuur. De mensen in het commerciële concept werken tegen de natuur in, vindt de geïnterviewde.

Om de Peak-Oil crisis te overleven moet je de landbouw veranderen door:

  • stedelijke tuinen tot stand te brengen;
  • duurzame bewerking van de tuinen te realiseren;
  • beschikbare grond opnieuw te distribueren.

Ten einde de voedselproductie te verhogen, werkte de overheid met landbouwers om lokale oplossingen te vinden. Het resultaat hiervan was kleinere landbouwbedrijven en coöperaties met een hoge graad van privatisering en autonomie. Liefst 40% van de grote staatsbedrijven werden verdeeld in coöperaties die gebaseerd zijn op particulier eigendom. Tienduizenden hectares grond werden rentevrij geleased aan kleine landbouwers. Beslissingsbevoegdheid werd op lokaal niveau neergelegd en minder regelgeving van de overheid was erop van toepassing.

Twee noodzakelijkheden. Je moet op deze coöperaties voedsel produceren. Als je er geen producten kweekt, dan wordt de grond weer van je afgenomen om het vervolgens aan anderen te geven. 50% Van de Cubaanse grond is “in handen” van particuliere landbouwers. Zij hebben veruit de grootste productie per hectare en persoon. Deze nieuwe particuliere landbouwcoöperaties zijn ook begonnen nieuwe wegen in te slaan. Er zijn nu krediet- en service coöperaties. Wat houd dit in? In deze coöperaties wordt samengewerkt om kredieten te krijgen ten einde zaden gezamenlijk te kopen en de machines te huren. Het is kwestie van decentraliseren en tegelijkertijd centraliseren.

Duizenden families verhuisden naar het platteland. Met gegarandeerde landrechten. Een gevoel van eigendom leidt tot hogere productiviteit. Particuliere landbouwmarkten en exportmarkten leidden tot grotere productie. De gemeenschappen zijn veranderd. Het zijn lokale economieën. Mensen wisselen. Veel van deze tuinbouwers leveren hun goederen gratis aan ouderen, zorg- en werkcentra en scholen, maar ook aan zwangere vrouwen. Het wordt niet gedaan omdat het verplicht is, maar omdat ze het willen. Zij willen hun sociale plicht jegens de gemeenschap nakomen. Zij ontdekten hun zin voor nabuurschap en dat is volgens één van de geïnterviewden in deze video geen stap terug.

De gemiddelde Cubaan consumeert slechts 1/8e deel van hetgeen een gemiddelde Amerikaan verbruikt. Over het geheel genomen verbeterde de gezondheid van de Cubanen door de crisis. Toegenomen beweging in de vorm van wandelen en fietsen verminderde het aantal gevallen van diabetis, hartaanvallen en beroertes. Het Cubaanse dieet veranderde. De vetconsumptie verlaagde. Ook werd er meer en een grotere variëteit aan groenten gegeten.

Voor de crisis aten de Cubanen weinig groenten. Zij aten meer knolgewassen. Producten als cassava, taro en aardappelen. Maar rijst, bonen en varkensvlees vormden het basisdieet. Voor de rest van het seizoen werden producten als tomaat, salade, wortelen en granen. Op een bepaald moment leerde de noodzaak hen dit; op dit moment eisen ze het. Er zijn oneindig veel oplossingen. Een klein probleem hier en daar oplossen en het leven wordt beter. Globaal denken en lokaal handelen. De mensen moeten vanaf een nulpunt met kleine dingen beginnen. Alles in kleine stapjes. Crises, veranderingen of problemen kunnen veel van deze stapjes ontlokken die duurzaam zijn, oplettendheid en slimheid met zich meebrengen en aanpassingsvermogen vragen. Dat is het succes van de mens.

We kunnen veel van elkaar leren en meer nadenken. We moeten gelukkiger zijn met minder. In feite hebben we niet zo veel nodig om gelukkig te zijn. Dat is de uitdaging Cuba en de rest van de wereld. Cuba heeft een bescheiden ervaring met het gegeven dat ook anderen dan alleen boeren land- en tuinbouw kunnen bedrijven. Er komt een tijd van delen en coöperatieve distributie en een tijd van meer solidariteit en samenwerken. Volgens de geïnterviewde komt er misschien een betere wereld.

1 gedachte over “Cuba’s ‘groene revolutie’ in de landbouw”

  1. ja een bevolking heeft het recht om voort te bestaan als ze in alles, alles laten voort bestaan.. het voort bestaan van de mensheid is in het voort bestaan van het alles.. van (jou) aarde, lucht, water tot planten, bomen, dieren, alle verschillende soorten mensen, planeet het universum en onze kosmos..
    het voortbestaan is in drijfveren tot de 8ste waar wij in deze (ondanks diepte, hoogte en tijd) 2 dimensionale wereld kunnen leven.
    gezien de spagaat waar de cubanen in zijn gekomen, hebben zij in het voort bestaan zich een drijfveer hoger op weten te werken dan de rest van de wereld.. nu nog de rest van de wereld.. komen zij er steeds meer achter dat alles met alles is verbonden.. dat het doden van een plant, boom, dier, mens, planeet en mogelijk een stuk van het universum het doden van jouzelf is.. wanneer je dit niet of nog niet kan begrijpen ben je nog in de 1 dimensionale geheten ego wereld.
    zoek het land weer op maak een boerderijzorg en geen zorgboerderij een eigen tuintje dieren verblijf en plaats om gebruiksvoorwerpen te maken die nodig zijn voor het voort bestaan, en leef samen..

    espavo van,
    :adrianus-johannes.

Reacties zijn gesloten.