7. Over feit en fictie, theorie en hypothese in het 9/11 rapport

door Magchiel Matthijsen
Enkele gedachten die bij een niet inhoudelijke maar formele analyse van het 9/11 rapport naar voren komen.

A. Enkele feitelijkheden uit het officiële rapport

Enigszins willekeurig opgesomd vooral uit het boek The 9/11 Commission Report:

  • We spreken over het officiële rapport, omdat er afgesproken was dat de 10 commissioners het rapport alleen unaniem zouden goedkeuren. Uiteraard waren er meningsverschillen, maar we mogen aannemen dat op het moment dat de voorzitter en de vice-voorzitter (de laatste had zijn sporen al verdiend in het Wallace rapport over de moord op Kennedy) het met elkaar eens waren de weifelaars klein hebben moeten bijleggen.
  • Ook vinden we in het Voorwoord van het rapport de opmerking dat “our aim has not been to assign individual blame.” Dat blijkt ook uit de tekst. Geen ‘beschuldigingen of nadruk op tekortkomingen, foute inschattingen e.d. Een onbevoordeeld waarnemer zou zelfs geneigd zijn bij al die ‘nalatigheden’ te vermoeden dat alles dan misschien gewoon naar wens verlopen is
  • Meer dan ¼ van het aantal voetnoten verwijst naar informatie die uit martelingen is verkregen. De belangrijkste persoon was Khalid Sjeik Mohammed die in een maand 183 keer werd gewaterboard. Juridisch is deze informatie waardeloos.
  • Het rapport vermeld praktisch geen feiten die in strijd zijn met het officiële verhaal. Er wordt bijv. geen melding gemaakt van getuigenverslagen van explosies of bommen die gehoord werden. Het hele Gebouw 7 komt in het rapport niet voor
  • Op 63 plaatsen is er sprake van dat er ‘no evidence’ gevonden is. Volgens David Ray Griffin, de schrijver van het boek The 9/11 Commission Report: Omissions and Distortions (hij noemt 115 leugens en omissies), is er in een aantal van die gevallen wel degelijk sprake van evidence.
  • 46 lawinforment- en intelligence officers zijn niet geïnterviewed.
  • De executive director Philip Zelikow was een intimus van het Witte Huis. Hij had goede contacten zowel met Condi Rice als met Karl Rove, de persoonlijke adviseur van president Bush; met de laatste stond hij regelmatig telefonisch in contact.
  • Ook treffen we in het Voorwoord dat dit rapport door de commissie aangeboden wordt “as a foundation for a better understanding of a landmark in the history of our nation.” Dus een foundation, een basis, dus niet het laatste woord. Want ook zij begrijpen dat “new information inevitably will come to light.” Nu, dat zeggen de wijze mannen, maar zij zeggen er niet bij wat er dan met die nieuwe informatie zou moeten gebeuren. Krijgt die nog ergens een plaats? Is er nog een instantie die zich daarover wil buigen? Nee dus, want daar wordt verder niets over gezegd. Nieuwe informatie zal er zeker komen, maar wij weten absoluut niet wat we daar mee moeten. Dit rapport is het en daar moeten jullie het mee doen, is de boodschap. Misschien moeten jullie iedereen die met nieuwe feiten komt of met een andere theorie gewoon bestrijden met het begrip conspiracy theory. Dat heeft indertijd bij Kennedy immers ook gewerkt.
  • Dat laatste is zeer merkwaardig aangezien het rapport in wezen niet meer is dan een beschrijving is van hetgeen er die dag (en daarvoor) gebeurd is. Het biedt bijv. geen verklaring voor het instorten van de gebouwen. Dus daarvoor worden de deuren in feite nog wijd open gelaten.

B. De fundamentele vraag: Is kritiek op de officiële rapporten überhaupt mogelijk?

Het grootste probleem dat aan elke complottheorie vooraf gaat is de vraag: is er überhaupt ruimte om op het rapport kritiek te hebben, of wordt elke kritiek a priori afgewezen en als een complot gezien? En zo ja, als er kritiek wordt geleverd is er dan eigenlijk nog wel een (objectieve) instantie die bepaalt of die kritiek terecht of juist is?

Bij elk wetenschappelijk onderzoek is kritiek, mits op adequate wijze naar voren gebracht, d.w.z. feitelijk en open, volstrekt normaal. Daaruit ontspint zich een discussie met degene die het onderzoek verdedigt en die discussie brengt ons dan naar je mag verwachten en hopen ook dichter bij de waarheid. Overigens hoeft dat laatste niet altijd het geval te zijn.

Het lijkt er echter op dat deze fundamentele bereidheid tot een discussie bij het 9/11 rapport wordt geschuwd en afgehouden. Is dat zo? En zo ja, hoe komt dat? Ik ben van mening dat dit inderdaad het geval is. Het feit dat iedereen die met kritiek komt als een aanhanger van een complottheorie gezien wordt maakt dat al direct duidelijk: kritiek = samenzwering. Hoe zou dit komen?

Dit komt voornamelijk door het feit dat de makers van het rapport zich niet meer voor hun werk verantwoordelijk hoeven te voelen. Zij hoeven daarom ook niet meer op kritiek te reageren. Zij hebben het werk gemaakt en bij de regering (in wiens opdracht het gemaakt werd) afgeleverd. Daarmee is hun taak in feite volbracht. Dat geldt zowel voor het rapport van de 9/11 Commission (2004) als voor de twee rapporten van het National Institute of Standards and Technology (NIST), een over de TwinTowers (2005) en een over gebouw WTC 7 (2008).

Zoiets is natuurlijk op zichzelf al een pure onmogelijkheid. Met het einde van hun werk zijn zij kennelijk van elke verantwoordelijkheid ervoor ontheven. Zij zullen daarom ook op geen enkele vraag meer hoeven te antwoorden en op geen enkele vorm van kritiek hoeven in te gaan! En omdat de regering die hen aanstelde voor hun werk alleen maar kan bedanken en hen (ruimschoots) kan honoreren is die er uiteraard ook niet verantwoordelijk voor. De onmogelijke situatie is daardoor ontstaan dat het Amerikaanse volk (en de wereld) nu met een rapport zit opgezadeld waar niemand meer enige verantwoordelijkheid voor draagt. Het kán eenvoudig niet verdedigd worden. Er is niemand aangewezen om dat te doen. In de wetenschap is zoiets onbestaanbaar. In de politiek kan dat wel, maar wel met vreselijke gevolgen. Alleen hierdoor is het rapport van de 9/11 Commission een politiek en geen serieus, wetenschappelijk document geworden.

Omdat niemand het kan verdedigen krijgt het een status die het absoluut niet heeft en die ook geen enkel serieus verslag van een onderzoek ooit kan hebben: het wordt dan namelijk onaantastbaar, zowel letterlijk als figuurlijk onaantastbaar.

Omdat er aan de ene kant niemand van de verdedigende kant meer een hand naar uit wil (of kan) steken is het figuurlijk ‘onaantastbaar’ geworden. Er zal daardoor ook nooit meer iets aan toegevoegd en evenmin zal er ooit iets meer aan veranderd kunnen worden. Zelfs niet bij het bekend worden van nieuwe feiten. (Wat moeten we bijv. met het feit dat zes van de 19 terroristen zelf of via hun ouders hebben laten weten nog in leven te zijn…? Niets). Het rapport krijgt hierdoor een status die geen enkel wetenschappelijk onderzoek ooit krijgt, namelijk die van een soort ‘laatste woord’. Het krijgt de status van een soort ‘absolute waarheid’, bijna een soort religieuze status. Maar niemand schijnt dat vreemd te vinden. Maar dat heeft een vreselijk gevolg, want omdat er geen verdediging is, kan en mag het eigenlijk ook niet worden aangevallen, d.w.z. mag men er ook geen kritiek op hebben, want ‘het kan zich niet verdedigen!’ Is dat het? In ieder geval lijkt het alsof elke kritiek als onpatriottistisch, oneerlijk en uiteindelijk als vals wordt gezien. Dat is de letterlijke ‘onaantastbaarheid’. Rond het rapport ontwikkelt zich in plaats van een objectieve, feitelijk-rationele uiteenzetting direct een agressief-emotioneel conflict, omdat het geen deel uitmaakt van een intellectueel-academisch veld waarin kritische vragen over tekortkomingen, waarde en betekenis besproken kunnen worden.

De uiteenzetting rond het rapport is er een geworden waarbij kritiek onmiddellijk ‘aanval’ betekent. En ‘aanval’ wil zeggen dat die kritiek direct op het hele rapport wordt gezien, ook als het kritiek betreft die op een onderdeel van het rapport is gericht. Kritiek houdt daardoor in feite ‘strijd’ in. Een van de belangrijkste middelen om deze ‘aanval’ te pareren is het gebruik van het begrip samenzweringstheorie. Het begrip samenzweringstheorie zegt inhoudelijk niets, maar fungeert als een verdedigingsmiddel. In eerste instantie is het strict defensief. (Dat het daarnaast nog een andere functie heeft komt in een andere bijdrage aan de orde). Het is duidelijk dat makers en critici zich in een volstrekt ongelijkwaardige positie verkeren.

C. Hypothese en Theorie

Belangrijk bij het onderzoek van de 9/11 commissie is dat men niet is uitgegaan van een situatie waarbij naar verschillende hypotheses is gekeken. Bijv. hoeveel reële, valabele hypotheses zijn er en in welke volgorde zullen we die onderzoeken? Nee, het begin, het uitgangspunt, lag al direct bij een theorie. En dat was de theorie die de 9/11 commissie door de FBI (de overheid) werd aangereikt. In die theorie was al direct sprake van het wie, wie het gedaan hadden (namelijk 19 Arabische terroristen) en het wat, d.w.z. dat deze terroristen (met gebruikmaking van vier gekaapte vliegtuigen) twee gebouwen hadden vernietigd (de TwinTowers) en één ernstig hadden beschadigd (het Pentagon). Dat was dezelfde theorie die al op de dag van de aanslag voorafgaand aan enig onderzoek, door de media was verspreid. Prof. Peter Dale Scott, de man die het begrip deep state in de politiek introduceerde, zegt hierover: ‘This is a crime, but they’re not investigating it as a crime, they already have solved the crime.’ [Dit is een misdaad, maar die wordt niet onderzocht op een manier zoals dat bij een misdaad het geval is, ze hebben de misdaad al opgelost]. Ditzelfde geldt overigens ook voor het onderzoek van het NIST [National Institute for Standards and Technology] naar het instorten van Gebouw 7, het gebouw dat ook op 9/11 instortte hoewel het niet door een vliegtuig geraakt was. Ook hier is het resultaat, de uiteindelijke conclusie van het onderzoek, van te voren al bepaald. Een oud medewerker van het NIST die hun rapporten over de instortingen op 9/11 analyseerde (de rapporten van het NIST over WTC 1 en 2 (2005) en het rapport over WTC 7 (2008),: ‘The more I investigated, the more apparent it became that NIST had reached a predetermined conclusion by ignoring, dismissing, and denying the evidence’. [Hoe meer ik (de zaak) onderzocht, des te duidelijker werd het mij dat NIST tot een voorafbepaalde conclusie was gekomen door bewijzen te negeren, uit te sluiten, en te ontkennen.] Wat hier wordt gezegd geldt in principe voor alle bestaande officiële onderzoeken met betrekking tot 9/11.1 Daarom was het eigenlijke doel van de 9/11 commissie: met alle middelen bewijzen dat de hen aangereikte theorie de juiste was. Er was helemaal geen ruimte voor andere hypotheses en daarom was er in feite ook helemaal geen sprake van een werkelijk onderzoek; beter gezegd: kon er geen sprake zijn van een open onderzoek.

[Hierbij doet zich een verrassende parallel voor met het denken van de creationisten. Ruwweg de helft van de Amerikanen verwerpt de evolutieleer van Darwin. De stemmen van de creationisten en intelligent design klinken steeds luider. Een van hen antwoordde op de vraag of zij geen fouten maken: “Natuurlijk wel, maar wij beginnen met de waarheid.” (zie Peter Vermaas, In God we trust, 2008)].

De taak van de commissie bestond er dus alleen maar uit te vertellen hoe dit alles in zijn werk was gegaan. Dat zie je meteen als je het rapport leest. Echter, als het begin (A, het wie) en het eind van het gebeuren (B, het wat) al bekend zijn, wil het hoe alleen maar zeggen, dat het hierbij om een soort invulling, een soort invuloefening gaat, de invulling van wat zich tussen A en B mogelijk heeft afgespeeld. Maar dit ‘hoe’ is in feite slechts ‘aanvullend’ omdat het los van het wat en het wie staat! Tussen A en B, d.w.z. binnen het ‘hoe’ bestaat geen dwingend causaal verband meer. Er is helemaal geen sprake van causaliteit, omdat het wie bij een justitioneel onderzoek alleen maar de eindconclusie kan zijn. In dit bijzondere geval ben je daarom bij bovengenoemde ‘invulling’ in principe vrij man. Dat is inherent aan de ‘methodiek’ van hun werk. We kunnen het ook nog anders stellen: wat zij produceerden was dus niets anders dan een verhaal, een storyline, of een narrative. Zij hadden al meteen een ‘theorie’ die niet bewezen hoefde te worden. Want alles wat daar niet in paste (bijv. de rol van Saoedi-Arabië, de explosies, de vrije val) kon rustig worden weggelaten. Dat is de eerste wetenschappelijke onmogelijkheid, namelijk een radicale omkering van het wetenschappelijke onderzoeksproces: vanaf het allereerste begin hadden we niet alleen niet te maken met een open onderzoek, in feite was er helemaal geen onderzoek. Vandaar dat Graeme McQueen over hun werkwijze zegt: ‘their job was simply to fill in the blanks.’ [Het was hun taak alleen nog maar de lege plekken in vullen].

Wat is dat dan voor een ding, zo’n rapport? Inderdaad, een gerechtelijk onderzoek was geen optie aangezien er niemand meer was die van iets beschuldigd en aangeklaagd kon worden, er waren geen aangeklaagden, omdat de enigen die voor de misdaad verantwoordelijk gehouden werden al dood waren. Dat vergemakkelijkt het werk uiteraard aanzienlijk, maar tegelijk betekent dat, dat het ‘onderzoek’ aan geen enkele procedurele vorm is gebonden. Je zou zo’n onderzoek daarom het beste een vorm van ‘droogzwemmen’ kunnen noemen. Men kan bijv. vrij kiezen welke personen men wel of niet wil interviewen, welke van hun antwoorden men wel of niet wil gebruiken, kortom: men kan op een geheel vrije manier met de keuze van de feiten omgaan. Dat is de tweede procedurele onmogelijkheid: willekeur bij de keuze van de feiten.

De neerslag van deze theorie (het rapport) is daarom ook uniek, want a) het kan niet meer veranderd worden (d.w.z. niet meer aangepast worden aan nieuwe feiten), en b) het kan ook niet verdedigd worden (tegen zakelijke en feitelijke kritiek). In feite heeft deze ‘theorie’ zich daarmee onttrokken aan elke vorm van controle, aan elk serieus wetenschappelijk debat. Maar niet alleen het wetenschappelijke debat, ook het algemeen maatschappelijke debat wordt ontweken. Daardoor heeft een dergelijk soort ‘theorie’ zich al direct buiten het maatschappelijk discours geplaatst; hij doet in wezen ‘buiten mededinging’ mee. Hij kan en wil eenvoudig niet op zijn logisch consistente of feitelijke technische waarde beoordeeld worden. Dit wil zeggen dat we hier met een ‘theorie’ te maken hebben die niet werkelijk bewezen of onderbouwd kan worden, d.w.z. met een schijntheorie. Dat is de derde wetenschappelijke onmogelijkheid: we hebben te maken met een stelling waarbij het bewijs veel te veel vragen blijvend onbeantwoord laat. [We beseffen dat dit te maken heeft met het feit dat de uitwijkmogelijkheid, d.w.z. het vervangen van de uitgangshypothese (wat geen hypothese, maar een theorie was) door een andere, alternatieve hypothese (de normale wetenschappelijke procedure bij het dichter willen benaderen van de werkelijke situatie als de uitgangshypothese niet blijkt te voldoen) van het begin af aan per definitie was afgesloten. Begin en eindpund stonden vast].

En hoe zit dat dan met die andere theorie? Die van de in de gebouwen geplaatste explosieven? Is die dan wel valabel? Belangrijk is te beseffen dat het hierbij juist niet om een theorie gaat, maar om een hypothese. Weliswaar om een hypothese waar men op zeer rationele gronden toe had moeten besluiten; een die gezien het aanwezige feitenmateriaal vanzelfsprekend tot de noodzakelijke onderzoekshypotheses had moeten behoren. We wijzen hierbij op de 503 schriftelijke getuigenverklaringen van brandweerlieden en werkers in de medische zorg die op de dag van de aanslag aanwezig waren on the scene. Onder die verklaringen bevinden er zich 150 van oog- en oorgetuigen die over concrete explosies spreken. Die verklaringen van professionals zijn niet eens bij het onderzoek betrokken. Sterker: al dat materiaal is door de 9/11 commissie van het begin af aan bewust ter zijde geschoven en buiten het onderzoek gehouden! De hypothese van de explosies werd al van te voren ‘uitgefilterd’. Dat was een van de damning gevolgen van het vrije, lees: willekeurige omgaan met gegevens en feiten. Dat is de vierde wetenschappelijke onmogelijkheid: het onderzoek is niet objectief, omdat het van te voren al bepaalde hypotheses uitsloot, bepaalde onwelkome feiten negeerde. Onwelkom was de hypothese van explosies uiteraard vanwege het feit dat die direct op betrokkenheid van meerdere personen (d.w.z. op een samenzwering) en een inside job zou wijzen.

McQueen reageert op de opmerking vanuit het NIST2: ‘we found no evidence of controlled demolition’ [wij hebben geen bewijs gevonden dat op een gecontroleerde sloop wees], met: ‘well folks, if you don’t look you don’t find and there is no indication that they looked at this hypothesis.’ [Kijk mannen, als je niet zoekt vindt je ook niks; en er is geen aanwijzing dat zij deze hypothese onderzocht hebben].

D. De voorlopige schokkende conclusie:

In feite moeten we concluderen dat er met het officiële rapport over 9/11 hetzelfde is gebeurd wat met de oorlogen tegen Irak en Afghanistan heeft plaats gevonden. Bij de oorlog (tegen Irak) werden de feiten immers rond de politiek geplaatst (they fixed the facts around the policy heette het in het Downingstreet rapport) daardoor (en nog om andere redenen) bestond er voor die oorlog volgens het internationaal recht ook geen geldige juridische grondslag. Er werden ons (door Colin Powell tijdens de Algemene vergadering van de V.N.) alleen maar leugens voorgehouden, zes (!) in getal, om de aanstaande en al geplande oorlog op een frauduleuze wijze te ‘rechtvaardigen’. En hier, bij het 9/11 rapport zien we precies hetzelfde optreden! In dit geval worden de feiten niet rond de politiek, maar rond een van te voren opgestelde theorie gefixed. Je kunt het ook anders formuleren: de (reeds bestaande) theorie werd hier tot een soort keurslijf waar de feiten in geperst moesten worden. In een van zijn 5 (!) artikelen over het instorten van gebouw WTC 7 veegt architect Chris Sarns als volgt de vloer aan met het rapport van NIST: ‘They are bending to accomodate a theory that cannot, under any circumstances, stand up’ (zie ae911truth.org). Maar in wezen met hetzelfde gevolg als bij de oorlogen tegen Irak en Afghanistan, namelijk dat het resultaat (het rapport) nu niet illegaal is zoals bij de oorlogen, maar wat zijn inhoudelijke onderzoeksmethode betreft waardeloos, een onding. Waarom is dat zo? Omdat sommige feiten gewoon niet in dat van te voren bepaalde keurslijf passen! Feiten waarvan men dat al van te voren vermoedde werden gewoon niet onderzocht en andere feiten die tijdens de ondervragingen naar voren kwamen en de narrative geweld aandeden, werden niet in het rapport opgenomen!

In beide gevallen hadden we te maken met leugens die in het ene geval moesten dienen om een oorlog te rechtvaardigen en in het andere om het verhaal van 9/11 een schijn van waarheid te verlenen. Aan de basis lagen twee kant en klare raamwerken waar de feiten en gegevens goedschiks, kwaadschiks in ingeperst moesten worden: er moest een zo plausibel mogelijk verhaal gevonden worden waarbij in het ene geval bepaalde dingen (explosies bijv. of een vrije val) al van te voren uitgespaard moesten worden omdat dit noodzakelijkerwijs op een inside job en op een samenzwering zou wijzen, terwijl er omgekeerd, in het andere geval, juist niet genoeg nadruk op de massavernietigingswapens en ‘nucleaire paddenstoelen’ van Irak gelegd kon worden. De ene leugen werd te vuur en te zwaard ‘bestreden’ (d.w.z. mocht niet boven tafel komen), terwijl de andere leugen in alle toonaarden werd bezongen. Maar in feite hebben we hier te maken met twee actes van hetzelfde drama.

E. Het drama van een ‘vrije’ pers die medeplichtig werd en zichzelf heeft gemuilkorfd

Bij bovenstaande beschrijving stonden de media als lakeien in de coulissen klaar: zij waren in beide gevallen niet meer dan de laffe, gemutileerde en uiteindelijk propagandistische slippendragers van een leugenachtige staat. Zij speelden een kritiekloze, medeplichtige en daardoor misdadige rol. Zij zijn de voornaamste reden dat het mogelijk 30 jaar zal duren, voordat de waarheid van 911 algemeen geaccepteerd zal worden. Dus geen bij-, maar eerder een uiterst negatieve hoofdrol. Die rol strekt zich trouwens ook over de gewillige media van ‘our friends’ uit. Glenn Greenwald zegt over deze media die hun onafhankelijkheid verloren hebben: ‘The supreme religion of the U.S. press corps is reverence for power.’ [De hoogste vorm van religie van de Amerikaanse media is eerbied voor de macht’]. Een ander drukte het uit met: “they complied [= onderwierpen zich] (aan de regering) on bended knees”. We herinneren er hier aan dat vanaf de eerste buitenlandse agressie-oorlog (de Spaans-Amerikaanse oorlog tegen Cuba uit 1898) de Amerikaanse geschreven pers altijd alle oorlogen die zijn regering noodzakelijk achtte kritiekloos heeft ondersteund.

Een laatste citaat uit het videoverslag van een bijdrage van McQueen: ‘Their [die van NIST] explanation is extremely unconvincing – There is nothing coocky, or far out, or exotic, or irrational about wanting to include a controlled destruction hypothesis in our group of hypotheses as we begin trying to figure out why these buildings disintegrated.’ [Hun verklaring is buitengewoon weinig overtuigend – Er is helemaal niets idioots, niets vergezochts, niets exotisch of irrationeels aan om de hypothese van een gecontroleerde sloop [op grond van de vele getuigenverklaringen, MCM] in te sluiten (bij de andere hypotheses) wanneer we proberen uit te zoeken hoe deze gebouwen desintegreerden.] (Let wel: McQueen gebruikt hier bewust niet meer het begrip ‘in elkaar zijn gestort’, maar desintegreren).

F. Een tweedeling in de maatschappij

Wat is hiervan het gevolg? Hierdoor vindt iets buitengewoon ongelukkigs plaats. Als er geen officiële verdediger is ontstaan er vanzelf groepen mensen die de verdediging van het rapport op zich menen te moeten nemen. Maar in werkelijkheid nemen zij het niet voor het officiële rapport, maar voor de regering op. Immers bij gebrek aan een verdedigende instantie vallen rapport en overheid samen. Daarom hebben we zoals boven vermeld ook met een politiek rapport te maken. Dit is een vreselijke zaak. Sommigen ‘verdedigers’ doen dat misschien vanuit goede bedoelingen, maar misschien ook wel om er zelf beter van te worden (subsidies, promoties, of misschien wel op verzoek van de overheid zelf?) in ieder geval vanuit onduidelijke, misschien wel dubbele of dubieuze motieven. Deze verdediging op eigen initiatief is een totaal onzuivere en gratuite zaak. De mensen of instanties die dat doen dragen er ook geen enkele verantwoordelijkheid voor. Men treedt in de plaats van de afwezige echte verdediger.

In de praktijk gaat het daarom ook helemaal niet om ‘verdedigers’, het gaat om aanvallers, want dat zijn zij namelijk die elke vorm van kritiek (onafhankelijk van de inhoud) stelselmatig onderuit proberen te halen. Zij zijn de ‘debunkers’ (to debunk = doorprikken). Daarbij gaat het al lang niet meer om afweging, twijfel of controle, maar om het feit dat het rapport principieel boven alle kritiek verheven is en de critici per definitie ongelijk hebben.

Dit wil twee dingen zeggen, namelijk

a) dat door een dergelijke individuele actie, misschien onbedoeld, maar louter en alleen vanwege het feit dat overheid en rapport nu samenvallen, hun interventie automatisch een vorm van propaganda voor het standpunt van de overheid wordt. Dat blijkt ook al uit het feit dat een dergelijke groep zelf zelden of nooit met enige eigen kritiek op het rapport komt, terwijl daar voor elke serieuze onderzoeker voldoende redenen voor zou moeten zijn (denk aan de ca 115 punten van kritiek die prof. dr. David Ray Griffin in zijn boek opsomt3). Voor hen is elke vorm van kritiek al direct een aanslag op de onbetwistbare waarheid van het rapport zelf die ongeveer gelijkstaat aan verraad en gebrek aan patriottisme. De positie van deze debunkers is er een waarin zij de overheid te hulp schieten, vanuit een onduidelijke en ondoorzichtige intentie. Die intentie is namelijk principieel onduidelijk, ook omdat hun binding met de overheid dat is.

b) een ander gevolg is dat wetenschappelijke onderzoekers-critici (zowel individuen als groepen) die met een alternatief verhaal komen en op fouten en onmogelijkheden wijzen automatisch in de hoek gedreven worden van degenen die de overheid ‘aanvallen’, terwijl het deze deskundigen in eerste instantie om de feilen en onjuistheden van het rapport gaat! Zij worden zo op een perfide manier automatisch tot complotdenkers gebombardeerd wat zij helemaal niet zijn. Immers, de overheid wordt door hen helemaal niet aangewezen als (mede)dader. Het enige wat zij doen op basis van hun competentie, expertise en professionele verantwoordelijkheid is, aantonen dat het officiële verhaal niet klopt. Wat zij zeggen, tenminste de belangrijkste onder de wetenschappelijke critici (de architects and engineers for 911 truth e.a.), is dat het officiële rapport geen hout snijdt en dat er aantoonbaar van fraude sprake is (in het NIST-rapport over WTC 7 bijv.). De toedracht zoals het in de diverse wetenschappelijke rapporten wordt voorgesteld kan op die manier onmogelijk plaats hebben gevonden. Zij voeren aan dat het officiële rapport niet betrouwbaar en daardoor niet geloofwaardig is en dat er een nieuw en onafhankelijk onderzoek nodig is. Verder laten zij de conclusie aan de lezer over. En die kan dan inderdaad niet veel anders dan concluderen dat er ook andere, mede misdadigers bij betrokken moeten zijn…

Door de vraag van het wie en hoe open te laten wijzen zij geen andere mogelijke betrokkenen aan. Zij leggen de verantwoordelijkheid voor een nieuw en onafhankelijk onderzoek en het verder zoeken naar de ware betrokkenen bij de misdaden van 911 uitsluitend in handen van het Amerikaanse volk.

Magchiel C. Matthijsen
13.06.2016; aangevulde versie 10.02.2017

De teksten van prof. dr. Graeme McQueen die hier aangehaald werden komen uit zijn videofilm 9/11 Commission Report bans 503 1st responder eywitnesses. (ca 10 min.)
McQueen deed als hoogleraar onderzoek naar oud Boeddhistische teksten en is vredesactivist. Hij gaf zijn baan aan de universiteit eraan om zich fulltime voor de truth-beweging rond 9/11 te kunnen inzetten. McQueen schreef The Anthrax Deception en een uitgebreid rapport over de getuigenverklaringen over de explosies [voor korte en langere versie zie: Toronto Hearings; verder verschillende videoverslagen van zijn lezingen.]

G. Toevoeging

Tijdens een van zijn videolezingen legt de oud CIA-officer Kevin Shipp die inmiddels als klokkenluider optreedt uit, waarom de aanslagen van 9/11 al direct het label van een terroristische aanslag opgeplakt kregen, en dat hoewel er voor de betrokkenheid van de 19 Arabische terroristen nog steeds geen directe, harde bewijzen bestaan. Hij wijst erop dat een terroristische aanval inhoudt dat er geen criminal investigation plaats vindt, dus geen strafproces. Dat betekent dat er dus ook geen strafzaak is die behandeling bij een rechtbank noodzakelijk maakt. Er is dus ook geen strafprocedure en evenmin een verdediger. Het ‘onderzoek’ speelt zich geheel buiten de juridische kaders af. Daarom zou je verwachten dat de druk op de overheid des te groter is om in alle openheid alle documenten die betrekking hebben op deze terroristische daad te publiceren. Maar hier faalt de overheid deerlijk.

De Amerikaanse bevolking zou eigenlijk moeten beseffen dat alle documenten, video’s, foto’s of (gedeelten van) interviews, e.a. zaken die niet in de rapporten werden opgenomen, maar werden achtergehouden of zelfs zijn vernietigd, juist bij een dergelijk onderzoek meteen al voldoende reden zouden moeten zijn om de grootste twijfel aan de ‘waarheid’ van een dergelijk onderzoek op te roepen. Deze twijfel is inherent aan de vorm van het rapport (al de commisioners waren politici), de werkwijze van de makers van het rapport en de vele ‘geheimen’ waar al het ontbrekende materiaal op lijken te wijzen.

De geloofwaardigheid van een dergelijk bijzonder soort onderzoek waarbij geen juridisch ‘tegenspel’ geboden kan worden, staat of valt namelijk met een absolute openheid van zaken. Met betrekking tot die openheid is men op allerlei manieren te kort geschoten. ‘Since much information remains hidden, there will be a variety of theories attempting to fill these gaps in the picture. Such differences are inevitable with incomplete information.’ [Omdat veel informatie verborgen blijft zullen er een aantal theoriën proberen om de gaten in dit verhaal op te vullen. Dergelijke verschillen zijn onvermijdelijk als er sprake is van onvolledige informative]. (Zie de bijdrage Falsificaties).

  1. Zo zijn er voor het instorten van WTC1 en 2 bijv. explosies gehoord. Het officiële rapport ‘verklaart’ die door een ‘vuurbal’ ten tonele te voeren die niemand uiteraard ooit gezien heeft en die door de liftschacht naar beneden zou zijn gevallen. Hij veroorzaakt daarbij op de gewenste drie verdiepingen explosies, tot zelfs beneden straatniveau toe! (een voorb.)
  2. NIST staat voor National Institute voor Standard and Technology aan wie het technische onderzoek naar de instorting van de gebouwen door de 9/11 commissie werd uitbesteed. Voor de bron zie opmerking aan het eind.
  3. Zie zijn boek The-911-commission-report-omissions-and-distortions. Deze 115 leugens en omissies zijn kort opgesomd in het uitstekende geschrift van Jan Schoorl, ‘9/11 De show van de eeuw’ (2014, p.138 e.v.).