door Magchiel Matthijsen
Onderstaande bijdrage is een reactie op een interview van de heer Guus Valk, correspondent van de NRC in Amerika. In de weekend-editie van de NRC (van 13/14 december 2014) stond het verslag van dat interview dat genoemde correspondent in Amerika met Jane Mayer maakte. Mayer is een gerenommeerde rechtse Amerikaanse onderzoeksjournaliste. Onderstaand mijn commentaar op dat artikel dat ik de heer Valk toestuurde die daar niet op heeft gereageerd. Overigens, ik zie de symptomatische betekenis van een dergelijk interview voor de journalistiek als zodanig (zie commentaar 3) als niet minder belangrijk dan de inhoud ervan.
Voor deze bijdrage aan de website van de alertgroepen is deze reactie enigszins uitgebreid.
In het interview dat de heer Guus Valk met de Amerikaanse onderzoeksjournaliste Jane Mayer had worden betekenis en uitgangspunten van het martelen in een totaal verkeerd licht geplaatst. Als zij zegt dat martelen niet werkt en “als methode om inlichtingen te verwerven vrijwel zinloos is”, dan heeft zij zeker een punt, maar dat had de CIA zelf al in 1963 in haar eigen interrogation manual geschreven: “Intense pain is quite likely to produce false confessions, concocted (= verzonnen) as a means of escaping from distress (= hier: pijn)”. Wat was daarvan dan wel de reden? had natuurlijk de daaropvolgende vraag van de interviewer moeten zijn. Verschillende andere Amerikaanse onderzoeksjournalisten maken dat duidelijk: de focus was namelijk helemaal niet primair op het verzamelen van geheime informatie (intelligence) gericht, d.w.z. op informatie die zou moeten dienen om een eventuele nieuwe aanslag van Al-Qaida te voorkomen, maar op iets anders.
[Overigens is er door de activiteiten van de inlichtingendiensten volgens senator Feinstein niet één aanslag verijdeld. Maar desondanks wordt het ‘succes’ van dat martelen ondertussen wel door 56% van de Amerikanen geloofd, hetgeen voor dit door propaganda en valse berichtgeving murw gemaakte volk tevens de rechtvaardiging van het martelen als zodanig inhoudt. Beschamend!].
Hier kan Michael Scheuer, een oud CIA official ons gelukkig verder helpen: “I personally think that any information gotten through extreme methods of torture would probably be pretty useless because it would be someone telling you what you wanted to hear”. Weliswaar noemt hij deze vorm pretty useless, maar misschien ging het helemaal niet om het verzamelen van intelligence? Zou het niet zo kunnen zijn dat deze martelpraktijk er juist op gericht was om deze mensen dingen te laten zeggen die men juist wilde horen? Deze andere martelpraktijk was er namelijk in de eerste plaats op gericht om de gevangenen tot (valse) bekentenissen te brengen die de komende, al geplande oorlog tegen Irak zou moeten rechtvaardigen. Het ging er immers om dat er een link gelegd kon worden tussen Saddam Hoessein (Irak) en de aanslagen van 9/11, want dat was door de beschuldigingen en aangedragen ‘bewijzen’ niet afdoende en vooralsnog niet op een geloofwaardige wijze gelukt.1 De gevangenen werden dus niet gemarteld om te zeggen wat ze wisten, maar om te zeggen wat de ondervragers wilden horen! De gevangene werd dus gebruikt (exploited) en dat is iets totaal anders. Bij informatie ben je blij met alles wat je te horen krijgt. Bij exploiting gaat het maar om één antwoord, namelijk het antwoord dat je wilt horen. Hierbij gaat het erom to use prisoners for their own [n.l. dat van de ondervragers] tactical or strategic needs.
Een van de weinige onderzoekers die ook van deze gedachte uitging was Naomi Wolf in haar boek Het einde van Amerika. Brief aan een jonge patriot, (2007, Ned. vertaling 2008). Zij vraagt zich daarin twee keer dringend af wat de werkelijke reden van het martelen zou kunnen zijn, aangezien “De ‘inlichtingen’ over terrorisme en terroristen die het product zijn van ondervragingen in Guantánamo in wezen… rotzooi zijn” (dit laatste is een citaat uit het boek Guantánamo van Michael Ratner en Ellen Ray dat Wolf gebruikt). Zij biedt de lezer daarna de volgende overweging aan: “als je een sterk opgeklopte dreiging hebt, die je hebt gebruikt om een land mee te slepen in een oorlog – en als de ene rechtszaak na de andere tegen ‘gevaarlijke terroristen’ in duigen valt – heb je dan geen valse bekentenissen nodig? Als je gevangenen martelt levert dat gegarandeerd een eindeloze stroom valse bekentenissen op. In die zin is Guantánamo een efficiënte machine voor het produceren van een zeer waardevol politiek product: valse bekentenissen van bruine mensen met een islamitische naam.”
Het is duidelijk dat wat bij Naomi nog een voorzichtige suggestie blijft de werkelijkheid moet zijn. De Amerikaanse regering zette het martelen in om na alle ontrafelde leugens met een laatste ‘rechtvaardiging’ voor de oorlog tegen Irak te kunnen komen. Op die manier daalde men steeds dieper in Dantes krochten van de leugens en bedrog af.
Uiteindelijk verschenen er in het officiële rapport over 9/11 144 noten die opmerkingen betroffen die door martelen (waterboarden) waren verkregen (dat is bijna een kwart van het totale aantal noten!). De commissie wist niet dat deze informatie door martelen verkregen was en dat die dus juridisch van nul en gener waarde was, maar zij vermoedde wel dat er iets niet deugde… Met de eerder verkregen leugens en beschuldigingen aan het adres van Saddam Hoessein kreeg men 70% van het Amerikaanse volk in de pro war campagne om, en lukte het die achter de oorlog te krijgen! De antrax speelde daarbij overigens eenzelfde rol. Ook die werd als valse vlag gebruikt. Zelfs toen de FBI al lang op zoek was naar de intern-Amerikaanse herkomst, werd de antrax door het Witte Huis (Powell voor de VN!) nog steeds officieel Irak in de schoenen geschoven. Het is daarom een totaal naïve voorstelling van zaken dat er bij deze sinistere lieden van ‘paniek’ of ‘verwarring’ sprake zou zijn geweest (J.M.). Deze bedenkers en uitvoerders wisten precies wat ze deden. Het ging erom het volk te misleiden. Op de dag van 9/11 was de antrax gereed, lag de dikke Patriot Act die de burgerrechten moest inperken op de planken en stond de aanval op Afghanistan al in de steigers. We moeten dus gewoon concluderen dat het martelen zijn werk prima gedaan heeft.
Opmerkingen bij enkele afzonderlijke punten uit de tekst van het interview
Opmerking 1
J.M. zegt in haar stuk “Als je de mensen maar genoeg pijn doet of psychologisch onder druk zet, zijn ze bereid alles te bekennen wat je wilt. Ideaal voor showprocessen in een dictatuur.” In een democratie als de Amerikaanse is zoiets uiteraard onbestaanbaar is dus de boodschap aan de intelligentia van Nederland. Nu, misschien vallen de schellen al van de ogen: inderdaad hebben de moslims alles bekend wat de ondervragers wilden horen. En inderdaad werd o.a. daarmee de weg naar een oorlog tegen Irak vrij gemaakt. Hier is dus weliswaar geen sprake van een Chinees showproces, maar wel van Amerikaanse misdadige ‘showbeschuldigingen’ (zie Powell). Ook ‘wit’ blijkt hier gewoon zwart, pikzwart te zijn. Carl Levin, om maar een citaat te geven: “I think it’s obvious that the administration was scrambling (= bij elkaar schrapen) to find a connection, a link (tussen Al-Qaida en Irak)… They made links where they didn’t exist.” En was dat niet gewoon de bedoeling van het martelen? Ook hier: Mission accomplished.
Opmerking 2
Verderop in het artikel: “Volgens de senaatcommissie die het rapport opstelde keek de CIA de kunst af van de communistische landen tijdens de Koude Oorlog. Daarmee wordt vooral op China gedoeld. [Hier laat ik commentaar achterwege]. Dan zegt J.M. “Hun doel [dat van de Chinezen] was niet alleen om de waarheid te vinden, maar om valse bekentenissen te krijgen. Het was dus het verkeerde instrument [dat de CIA gebruikte].” Nee zeg, hoe hebben we het nou? Dit was toch precies het instrument dat de Amerikanen ook nodig hadden? De communistische Chinezen gaat het natuurlijk alleen om propaganda, maar gelukkig gaat het bij ‘ons Amerikanen’ alleen om de waarheid. Niet te geloven; de waarheid op zijn kop. In-vals.
Opmerking 3
Het volgende reken ik ook de interviewer zelf aan: J.M. zegt “Het leger wist dat soldaten onder druk de meest krankzinnige beweringen deden (…) slaapgebrek, pijn of angst leiden tot hallucinaties en valse bekentenissen”. In zo’n geval had een interviewer toch gewoon moeten vragen: “maar mevrouw M., hoe kan dat dan, dat wanneer ze [d.w.z. de CIA] uit eigen ervaring weten dat gemartelden ‘de meest krankzinnige dingen zeggen’, dat ze dan toch zelf tot martelen over gaan?” Gaan er dan helemaal geen bellen rinkelen? En tot slot, Mayer: “De CIA had dit kunnen weten [van die valse bekentenissen], want in eigen memo’s en rapporten wordt dit vaak geconstateerd.” (Ja, wat dacht je, natuurlijk wisten ze dat; ze meldden dat al vanaf 1989 aan het Witte Huis. Dacht M. dan dat ze dat ‘vergeten’ waren?). Maar dan is de enige conclusie toch dat dit moest, dat dit van ‘hogerhand’ bevolen werd? D.w.z. dat er twee psychologen met vele miljoenen omgekocht moesten worden om hun memo’s zo te schrijven, de wet zo te buigen (o.a. met het bewust vervalsende begrip enhanced [= versterkt] interrogation), dat het Witte Huis juridisch niets gemaakt zou kunnen worden.
Nee, laat ze maar praten die geïnterviewden; we leggen ze als journalist geen strobreed in de weg. We geven gewoon bepaalde mensen het woord om hun punt te maken. D.w.z. om in een Nederlandse kwaliteits-krant hun propagandistische punt te maken. Want daar komt het gewoon op neer. Geen vraag, geen twijfel aan, laat staan kritiek op bepaalde uitspraken, etc. Dat is overigens een algemeen punt van kritiek op de krant. Meer en meer wordt er bij politiek gevoelige onderwerpen op zgn. ‘experts’ teruggegrepen want “wij zijn immers geen onderzoeksjournalisten”. Zo wordt de eigen (rechtse) politieke mening behendig uitbesteed aan anderen. De krant zelf hoeft geen stelling meer te nemen! Nee, maar laat dan ook andere stemmen aan het woord, iets wat veel te weinig gebeurt. (Bijv. ik noem maar eens een naam; praat bijv. eens met prof. dr. Graeme MacQueen, boeddhist en vredesactivist en auteur die onlangs (2014) een belangrijk boek over antrax schreef The 2001 anthrax deception).
Opmerking 4
Mevr. Mayer beweert in het interview (overigens een gangbare mening), dat ze “het Witte Huis (i.c. Bush) onwetend hielden”. Maar volgens Emptywheel, een tamelijk betrouwbare onderzoeksblogger, werd het Witte Huis ook tijdens de periode dat er nog geen officiële toestemming van het W.H. voor het martelen was verkregen voortdurend door de CIA op de hoogte gehouden. “During this period (d.w.z. van febr 2002 tot aug 2002, toen de memos uitkwamen) [were] the torturers operating with close White House involvement.”
Opmerking 5
Deze opmerking heeft betrekking op de consequenties van het martelen m.b.t. het rapport van de 9/11 Commission. Dat punt kan in geen enkele mainstream krant worden aangeroerd. Want als er ergens sprake is van een samenzweringspraktijk (dus niet eens een theorie) dan is het wel het totale slot dat op elke publicatie ligt die licht wil werpen op het onwaarschijnlijke rapport van de 9/11 commissie. Die is er zelfs in geslaagd is om ca. 150 getuigenverklaringen over het horen van explosies in en rond de WTC-gebouwen buiten het rapport te houden. Heel knap werk.
In het rapport gebruikte de 9/11 commissie 100 interrogation reports, d.w.z. verslagen van martelingen. Bijna een kwart van de voetnoten van het rapport van de 9/11 Commission bestaat uit verwijzingen naar uitspraken van gevangenen die door deze martelingen zijn verkregen. De commissie zelf wist officieel niets van het martelen af (dat werd toen nog voor iedereen geheim gehouden). De interviewers van de commissie kregen geen toestemming om met de gedetineerden, of met de ondervragers van de martelaars contact op te nemen. (De ondervragers zullen wel niet de folteraars zelf geweest zijn). Zat daar niet al een luchtje aan? Die verslagen werden door de CIA zelf aangeleverd; dat was dus informatie uit de derde hand! De verantwoordelijke voor de tekst van het rapport, de omstreden Philip Zelikow: “we were not aware, but we guessed that things like that were going on”. Maar zij vroegen er niet naar omdat het “not in our mandate” was. (Dan zit je altijd safe). Verder nog een keer Zelikow: “quite a bit, if not most” van de informatie over de 911 samenzwering “did come from interrogations” (dat betreft niet minder dan 441 van de 1700 noten). Deze uitspraken zijn grotendeels in de belangrijke hoofdstukken 5, 6 en 7 te vinden die vooral over de voorbereiding en de uitvoering van de aanslagen gaan. Minstens 4 personen hebben gezegd dat hun uitspraken het gevolg zijn geweest van het martelen en gedaan zijn om het martelen te stoppen.
Het sacrosancte rapport van de 9/11 commissie dat al geen hout sneed (Thom Kean, “The commission was set up to fail”), wordt nu door de onthullingen van het martelrapport Ethics Abandoned uit 2013 totaal aan flarden geschoten.2 Het heeft door dit gebruik van onrechtmatig verkregen en juridisch waardeloze informatie vrijwel geen waarde meer. Maar het zal toch nog wel een tijdje duren voor zoiets tot het grote publiek begint door te dringen.
Opmerking 6
Interessant is een opmerking van Sam Husseini (van het Institute for Public Accuracy). Hij gaat in op het probleem dat zowel de videobanden van de martelingen als de schriftelijke verslagen zijn vernietigd. Waarom? Volgens het mainstream denken natuurlijk, omdat het zien van de martelingen door vijanden van de VS hun woede alleen maar zou vergroten, met alle gevaren van dien of misschien om dat vreselijke martelen geheim en onzichtbaar te houden, bijv. uit angst voor binnenlandse protesten.3 Nee, zegt Husseini, het zou wel eens zo kunnen zijn, dat het door het zien of lezen van de manier waarop de vragen gesteld werden duidelijk wordt wat voor soort vragen er gesteld zijn en wat de intentie van die vragen was! Het zou namelijk meteen duidelijk zijn geworden dat het helemaal niet om intelligence, maar om exploiting ging. M.i. een zeer plausibele verklaring.
Opmerking 7
Aan het eind mogen we toch niet voorbijgaan aan de houding van het opperhoofd van de Camorra, president Bush. Zijn houding t.o.v. het martelen was duidelijk na het naar buiten komen van de foto’s van Abu Graib. Tegen verslaggevers: “Wij tolereren geen foltering. Ik heb er nooit bevel toe gegeven. Ik zal er ook nooit bevel toe geven. De waarden van dit land zijn zodanig dat foltering geen deel uitmaakt van onze ziel en ons wezen. (…) Foltering is verkeerd en de Verenigde Staten zullen de strijd om haar overal uit te roeien blijven aanvoeren.” Dit was het I-did-not-have-sexual-ralations-with-that-woman-moment van Bush. Verder weg van de waarheid kan nauwelijks, maar martelen of folteren heette inmiddels ook anders; het heette gewoon ‘enhanced interrogation’, vandaar…
Opmerking 8
Een persoonlijke zij het speculatieve duiding van mijn kant betreft het volgende: waarom heeft het zolang geduurd voordat G.Bush een commissie van onderzoek naar 9/11 instelde. (Ingesteld op 27-11-2002, ruim een jaar na de aanslag. Toen ontstonden er ook nog problemen rond het voorzitterschap van de aanvankelijk daarvoor benoemde Kissinger. Op 15-12-2002 werd Thom Kean benoemd als nieuwe voorzitter (na protesten van de familieleden over Kissingers vermeende zakelijke belangen die hij met de leiders van Saoedi-Arabie zou hebben) en op 31 maart 2003, ruim anderhalf jaar na de aanslagen!, begonnen de eerste hoorzittingen). Bush kon toch niet gedacht hebben dat er geen onderzoek nodig zou zijn naar de grootste misdaad in de Amerikaanse historie? Waarom dan zo moeilijk doen, zodat het nu lijkt alsof het onderzoek van de commissie alleen maar tot stand is gekomen dankzij de doortastendheid en het aanhoudende aandringen van de vier nabestaande weduwen, de zgn. Jersey Girls. Onzin natuurlijk. Het ging er alleen om het instellen van de commissie uit te stellen! Het lijkt ondergetekende daarom ook in het geheel niet vreemd dat ook dit te maken had met de noodzaak om d.m.v. het martelen eerst voldoende (valse) informatie te kunnen verzamelen. Daarvoor was natuurlijk wel enige tijd nodig. Wolfowitz was bijvoorbeeld nogal bezorgd dat er aanvankelijk te weinig [bruikbare] info uit Guantanamo (GTMO) binnenkwam. David Becker in het GTMO de leider van de ondervragers zei dat hij gedwongen werd om “more agressive techniques” te gebruiken. Dat was dus een van de eerste eufemismen voor: martelen.
Een tweede reden van het uitstel is mogelijk geweest dat men tijd nodig had om alle betrokkenen op een lijn te krijgen. Het verhaal van 9/11 zou bij alle betrokkenen gelijk moeten zijn. Bovendien, als derde, hoe langer het duurde voor het resultaat van de commissie op 22 juli 2004 gepubliceerd werd (bijna drie jaar na 9/11!), des te onwaarschijnlijker was het, dat er nog iets aan de oorspronkelijke lezing van de narrative op de dag van de aanslagen zelf veranderd zou kunnen worden. Het verhaal had zich daarvoor al te zeer in het collectieve bewustzijn genesteld. Het rapport had de taak (evenals alle eerdere en nog latere rapporten) uitsluitend ter bevestiging van het officiële verhaal te dienen.
Conclusie
Ik moet concluderen dat het verhaal van mevr. Mayer tendentieus en buitengewoon partijdig is. Zij geeft een volkomen eenzijdig en kritiekloos beeld van het gebeurde. In feite zouden er alleen maar fouten en dommigheden zijn begaan. Er wordt de regering niets kwalijk genomen. Bovendien gaat zij totaal aan de politieke betekenis van het martelen voorbij (zie hierboven bij Naomi Wolf en de Aanvulling hieronder). Ook miskent zij het feit dat daardoor bewust een weerzinwekkend en misdadig middel is gebruikt dat alleen als doel had het Amerikaanse volk achter de reeds geplande oorlogen te krijgen. Dat de planners aan deze valse bekentenissen de valse legitimatie voor deze oorlogen zouden koppelen (met de daaruit voortvloeiende honderdduizenden slachtoffers), speelt bij haar geen enkele rol.
Met de titel van haar boek Dark Side zal zij waarschijnlijk niet de duistere politiek van de Amerikaanse regering bedoelen die waterboarden prima, d.w.z. nuttig en bruikbaar vond.
Aanvulling 2.1.2017
Op 1 en 2 december 2016 werd door de Amerikaanse vrouwelijke vredesbeweging Code Pink o.l.v. een van haar bekendste voor’vrouwen’, Medea Benjamin, het congres The People’s war on Iraq georganiseerd. Hier spraken vele mensen zich uit over het ontstaan en de gevolgen van de Irakoorlog. Een van de deelnemers was prof.dr. Rebecca Gordon jurist aan de Universiteit van San Francisco. Zij was een van de eerste onderzoekers die er in de openbaarheid op wees dat het martelen uitsluitend bedoeld was om bekentenissen van de gevangenen los te krijgen en niet om informatie. Omdat de verbinding tussen Al Qaida en het Irak van Saddam Hoessein op geen enkele manier aan te tonen was (die was noodzakelijk om de aanslagen van 9/11 aan Saddam te kunnen koppelen), moest door de bekentenissen die door het martelen verkregen waren bewezen worden dat die band wel degelijk bestond. Veel van de door martelen verkregen uitspraken van gevangenen in Guantanamo (informatie die juridisch geen enkele waarde heeft), werd in het officiële rapport van de 9/11 Commision als ‘bewijs’ opgenomen.4 Gordon schreef o.a. het boek American Nurenberg over de noodzaak van een juridisch proces tegen de instigatoren van de illegale oorlogen tegen Afghanistan en Irak.5
- De vijf valse beschuldigingen betroffen het feit dat Saddam contacten met al-Qaida zou hebben, dat hij materiaal voor de inspecteurs van de IAEA verborgen hield, kortom dat “he is decieving”, dat hij beticht werd van de ambition of conquest in the Middle East, en dat hij de terroristen zou helpen en ze verborgen hield. Als laatste werd ook de antrax-brieven vlak na 9/11 meteen al Irak in de schoenen geschoven. De zes concrete zaken die hem ten onrechte te laste werden gelegd waren: het in bezit hebben van atomaire-, biologische- en chemische wapens, dat hij in Nigeria uranium aangekocht had, dat hij aluminium buizen had gekocht in China die in de centrifuges bij het verrijken van uranium gebruikt zouden kunnen worden, dat hij contacten met Osama bin Laden zou hebben, dat hij over een mobiele wapen fabriek of laboratorium beschikte en dat er in het voorjaar van 2001 een bijeenkomst in Praag plaats gevonden zou hebben tussen een Irakese veiligheidsagent en een van de kapers (Mohammed Atta). Misschien is dit niet eens volledig?
- Dit onderzoek in gedaan door het Institute of Medical Profession en is dus een intern onderzoek van de Amerikaanse artsen. Zij zeggen dat er bij het ontwerpen van de regels van een “clear conflict with established international and national professional principles and laws” sprake was. De gevangenen werden door de Amerikaanse regering gezien als ‘unlawful combattants’ en niet als krijgsgevangenen. Zij vielen daardoor niet onder het Verdrag van Geneve inzake de krijgsgevangenen. De onderzoeksgroep benadrukt aan het eind van de inleiding dat hun werk een voorlopig karakter draagt, omdat hun resultaten “are based on an incomplete record, as many key documents, including interrogation records, medical files, and internal instructions, have not been publicly released”.
- Ten aanzien van het niet openbaar maken van de videobanden, dat doet ook denken aan de niet gepubliceerde foto’s uit de gevangenis in Bahrein die achtergehouden omdat ze kennelijk te verschrikkelijk zijn en de (goede) naam van Amerika geweld zouden aandoen.
- In het rapport beslaan 1/4e van alle noten uitspraken van gemartelden (gewaterboarde personen).
- zie haar toespraak, van 3.16.41 tot 3.27.56.
L.S.
Dank Voor het grondige bericht!
De hierin vermelde martelingen wijzen m.i. sterk naar de methode en de bedoeling die op de Tempeliers werd toegepast in opdracht van Philips ”de Schone”
p.s. Opm.7; Bill Clinton i.p.v. Bush.
P.S. 2. Voor alle duidelijkheid, dit fragment bedoelde ik: ” Dit was het I-did-not-have-sexual-ralations-with-that-woman-moment van Bush.