Asscher en de robots

robotsEind september sprak minister Asscher over robotisering en het wegvallen van betaalde banen (zie o.m. de Volkskrant). Vanuit de groep Zeist werden er vervolgens twee brieven geschreven naar diverse kranteredacties.

Tike van der Eijk en Paula Teutscher schreven onderstaande brief (welke de Volkskrant in zijn online-editie plaatste en Trouw in zijn papieren).

Tijd voor Basisinkomen: peanuts in vergelijking met het redden van de banken

Deze week heeft minister Asscher zich uitgelaten over het te verwachten banenverlies door de robotisering . Dit zal tot gevolg hebben dat er een nog grotere ongelijkheid in inkomens ontstaat dan nu al het geval is. Volgens de minister moet er dan ook grondig iets in ons maatschappelijke stelsel veranderen : ‘Als robotisering leidt tot verdringing van laagbetaald werk en een scheve inkomensverdeling, dan moeten we dat pareren om de economie en samenleving gezond te houden’. Ons fiscaal stelsel zou moeten veranderen, er zouden ‘nieuwe instrumenten’ gevonden moeten worden voor een samenleving waarin zo weinig mensen loonbelasting betalen. Bij een zo groot aantal baanloze mensen kan er überhaupt minder geld worden uitgegeven.

Een goed voorbeeld van zo’n nieuw instrument zou zijn om het onvoorwaardelijk Basisinkomen voor iedereen boven de 18 jaar in te voeren. Hiervoor hoef je niet oud, ziek, werkloos, alleenstaande ouder etc. te zijn, niet aan regeltjes te voldoen. Het is zonder voorwaarden.
Wanneer we in plaats van alle uitkeringen (WW,WIA, WAJONG, Bijstand, AOW, Ziektewetuitkeringen, toeslagen, individuele subsidies, kinderbijslag) een onvoorwaardelijk basisinkomen zouden uitkeren zou een substantieel deel van het basisinkomen al gefinancierd zijn. Tel daar bij op de besparing van het ambtenarenapparaat dat niet meer al deze uitkeringen met gecompliceerde regelgeving hoeft uit te voeren.

Fiscaal komt het er op neer dat er geen belasting meer geheven wordt op arbeid – voor werkgevers direct veel aantrekkelijker om mensen in dienst te nemen – maar op consumptie. Verhoging van btw op luxe goederen en opnieuw invoering van Vermogensbelasting maakt het tot een haalbaar stelsel.
Dit betekent wel dat werk een heel andere plek in ons leven gaat innemen. Nu denken wij nog dat werken het enig zalig makende is om inkomen, status of identiteit te verkrijgen.
Politici hebben het dan ook vooral over het probleem van de werkeloosheid.
Uit pilotstudies (Canada, Zwitserland) is echter gebleken dat een basisinkomen niet betekent dat mensen niet meer zouden gaan werken, inactief worden; werken werd een breder begrip, het kon ook betekenen studeren, tijd voor je (klein)kinderen hebben, mantelzorger zijn, kunstenaar zijn, eindelijk het werk kiezen dat echt bij jou past, betaald of onbetaald. Betaald werk kan dan i.p.v. 36 uur, ook bijv. 20 uur beslaan. Basisinkomen geeft keuzevrijheid.

Wat hebben we in de penarie gezeten toen de banken in 2008 dreigden om te vallen. Wat hadden we er veel geld voor over! Er moest immers ook een grote ramp voorkomen worden. De komst van de robots kan een nog grotere ramp betekenen door de toename van de ongelijkheid in inkomensverdeling: de grote massa armen kan dat wat er geproduceerd wordt niet meer kopen waardoor de economie instort.
Het toekennen van een basisinkomen is uiteindelijk een grote herverdelingsoperatie, waarvoor politieke wil en visie onontbeerlijk is.

 

De brief van Frank Hoek werd geplaatst in de papieren editite van de Volkskrant.

Minister Asscher wil de toenemende werkloosheid door robotisering pareren door jongeren anders voor te bereiden op de arbeidsmarkt. Ze moeten flexibeler worden, leren inspelen op kansen en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Dit komt neer op leren heel veel energie te steken in het vinden van wisselende banen. Het vinden van werk wordt je werk op zich!
Het lijkt mij een verspilling van talent en levensgeluk en het negeren van zijn eigen constatering: het betaalde werk dat noodzakelijk is voor veel productieprocessen verdwijnt!
Wat we nodig hebben is politieke erkenning van dit verdwijnen van betaalde banen voor de massa en het loslaten van het idee dat een mens moet werken voor zijn inkomen.
Met een onvoorwaardelijk basisinkomen voor iedereen wordt het mogelijk dat jongeren (en niet alleen zij) niet meer hoeven te vechten voor een plekje in het economisch systeem, maar zich kunnen richten op wat zij zelf werkelijk willen bijdragen aan de wereld.
Het is dit, of globale verpaupering ten gunste van enkele obsceen rijken.