alertcolumn 26: Voor een appel en een ei

Als je in een Zuid-Spaanse stad in een schattig klein groentewinkeltje een prachtige pruim koopt, dan verwacht je dat die heerlijk sappig en krachtig smaakt. Als je dan wat water in je mond proeft zonder enige substantie en zonder enige smaak, dan is dat een klap in je gezicht.

Dit stemt tot nadenken. Wat gebeurt hier, hoe kan dit, wat is er met onze vruchten aan de hand? En dan komen weer de beelden boven die in de film We feed the World- Essen global zijn te zien. Eindeloze kassen in Zuid Spanje in de dalen bij Almeria, waar de regering boeren uit de bergen haalde, ze water en land gaf en waar nu enorme computergestuurde bouwsels staan waar tomatenplanten van twaalf meter hoogte groeien op steenwol in een kunstmatig klimaat. Boeren uit Senegal, die door deze goedkope Europese producten (waar ook nog eens EU-steun op zit) failliet zijn gegaan, komen  noodgedwongen hier werken onder erbarmelijke omstandigheden. In de film is dat uitgebreid te zien. Uit zo’n kas kan geen goede tomaat komen.

Even verder beschrijft de film een project in Roemenië, ook met steun van de EU, waar het bedrijf DuMont/Pioneer (een soort Monsanto in het kwadraat) probeert om de lokale boeren ervan te overtuigen dat hun (genetisch gemanipuleerde) grote aubergines er mooier uitzien en dus beter verkopen dan die kleine kromme van hen. Als de boeren eenmaal de zaden gekocht hebben, ontdekken ze dat ze niet zelf nieuw zaad kunnen winnen, maar afhankelijk zijn van het zaad van het bedrijf, wat eerst goedkoop is, maar later veel duurder wordt.
Dit immorele gedrag van bedrijven moet worden aangepakt door de overheid. Het mag niet zo zijn dat mensen aan de bedelstaf raken (of zelfmoord plegen zoals dat bij 200.000 mensen in India is gebeurd), door de handelswijze van één bedrijf. In de film geeft een van de medewerkers van DuMont/Pioneer uiterst kritisch commentaar (“Ik werk bij het bedrijf en verdien er mijn geld mee, maar daarnaast heb ik wel een privé-mening die ik uitdraag”). “Een bedrijf heeft geen hart”, zo zegt hij ondermeer. Hij waarschuwt ook dat de kwaliteit van de genetisch gemanipuleerde groenten hard achteruit gaat: “Zo’n tomaat is natuurlijk geen tomaat meer. Onze kinderen zullen niet meer weten hoe een tomaat proeft”.
Dat is natuurlijk allang het geval: Hollandse tomaten zijn meer wit dan rood, hard en smakeloos. Ze groeien ook niet in de zon en worden onrijp geplukt, zonder goed uit te rijpen. Als je zelf tomaten kweekt, weet je dat een tomaat een totaal andere smaak kan hebben: vol, rond, warm en krachtig van smaak. Maar je ontdekt nog iets anders. Mensen die denken dat een tomaat alleen maar een tomaat is als hij rood en rond is, zijn vervreemd geraakt van de natuur. Toen ik een aantal jaren geleden op een marktje in Zuid-Frankrijk een standje zag met 200 verschillende soorten tomaten was ik diep onder de indruk van de verscheidenheid van tomatensoorten: rood, geel, groen, oranje, auberginekleurig en allerlei vormen: coeur de boeuf, peervormig, als paprika’s, langwerpig, met ribbels, zebrastrepen, klein, groot, kolossaal. Dat was biodiversiteit van de hoogste plank. Sindsdien maak ik er een sport van om allerlei plantjes of zaden te kopen van speciale tomatensoorten en dan vervolgens daar de zaadjes uit te winnen en die opnieuw te zaaien: je weet niet wat je dan ziet qua kleuren en vormen:

Onze kinderen en kleinkinderen moeten niet alleen weten wat de smaak van een tomaat hoort te zijn, maar ook alle verschillende smaaknuances kennen en ervaren van al die talloze soorten. Van elke vrucht of groente zijn er talloze variëteiten. Laten we op zoek gaan naar al die variaties op een thema! De tendens in de voedingsindustrie is echter: uniformiteit en zoveel mogelijk verdienen met zo weinig mogelijk moeite. Bedrijven willen aan voeding zoveel verdienen dat de kwaliteit volledig wordt opgeofferd aan de kwantiteit en dat de voedingswaarde geheel verloren gaat. We moeten ook zien dat de voeding uit de spiraal van verdienen en nog meer verdienen wordt gehaald, want anders gaat het volledig mis.
In de film Essen global wordt gezegd dat onze planeet voldoende voedsel heeft om zeker 12 miljard mensen te voeden, maar dat er veel mensen van honger sterven, omdat voedsel niet gelijkelijk verdeeld wordt over de wereld, dus stelt iemand in de film: “elke keer dat er een kind sterft van de honger is dat gewoon moord…” Ook wordt het brood in Wenen gemaakt met meel uit India, waar veel mensen sterven van de honger… Maar van het brood dat dagelijks in Wenen overblijft, wordt weggegooid en tot veevoer wordt vermalen, had de tweede stad van Oostenrijk: Graz, geheel kunnen worden gevoed…. Wat een onthullende gegevens.

Maar steeds blijft de vraag: wat doen we er aan? Kunnen we anders omgaan met voeding, met het kweken, verhandelen en verkopen van voedingswaren dan nu gebeurt? Nu bepalen de supermarkten de veel te lage prijs voor de producten, waardoor de boeren zich in allerlei bochten moeten wringen om ver onder de kostprijs hun producten te leveren: het is slikken of stikken, veel te goedkoop ver onder de prijs produceren of anders kreperen. Toen de situatie in Griekenland zo nijpend werd dat veel voedsel-groothandels failliet gingen, ontstonden er noodgedwongen nieuwe contacten met boerenbedrijven: men ging rechtstreeks naar de boeren toe en betaalde daar iets minder dan in de supermarkt, maar de boer had nog nooit zo’n goede prijs voor zijn producten gehad. Dankzij de crisis verdiende de boer meer!
Gek toch eigenlijk: de supermarkt verdient meer geld aan het product dan de boer zelf die er al het werk voor moet doen…!  Als we die winsthonger van anderen eruit halen en er een rechtstreekse relatie gaat ontstaan tussen afnemers en producent ontstaat er niet alleen een totaal andere prijsstructuur, maar dan komt er ook een relatie tot stand, met begrip, meegevoel, hartenkrachten. “Een bedrijf heeft geen hart”, maar een mens die graag goed eten wil en van de natuur en zijn medemens houdt, heeft wel een hart. Dan komt er ook een goede prijs tot stand, niet de laagste prijs, maar wel de beste prijs.

Denken we wel eens wat de beste prijs is of denken we alleen waar en hoe we zo weinig mogelijk hoeven te betalen? Onder de prijs betalen betekent altijd uitbuiting, het leidt tot onnatuurlijke groentekweek of dierenleed! Wij zijn ons dat niet bewust, of we willen het niet weten. Dat plofkippen wel moeten, omdat er anders geen vlees voor elke Chinees is, is natuurlijk een onzin-zin. Kunnen we de voedselverstrekking uit het economische winstsysteem losmaken? Kunnen we de zorg voor de medemens losweken uit het economische neoliberalisme, waar elke zieke geld oplevert en dus mensen ziek worden gemaakt om er meer aan te kunnen verdienen…? Want dat kan natuurlijk nooit een optimale gezondheidszorg opleveren… Hoe maken we de voedselvoorziening los uit het economische winstsysteem?
We kunnen natuurlijk eisen en vaststellen dat er met voedingsstoffen niet mag worden gespeculeerd, dat het voedsel niet mag worden gemodificeerd (genetisch), en er niet mee mag worden gemanipuleerd, maar dat gebeurt allemaal uitsluitend om er meer aan te verdienen. Misschien kunnen we nog iets anders doen om voedsel los te weken uit de economische machtsstructuren. Twee vrouwen in het plaatsje Todmorden in Engeland (15.000 inw.) zagen dat er veel ellende, werkloosheid, ongezond voedsel in hun stad was en dat vele mensen leden onder de economische crisis. Ze gingen niet vergaderen of vergunningen aanvragen, maar ze begonnen meteen met het aanleggen van moestuinen op verlaten stukjes grond. Overal zetten zij fruitbomen neer en plantten zij groenten en kruiden, in potten, bakken, in plantsoenen. Behalve van een groeiende groep enthousiaste vrijwilligers kregen zij ook hulp van lagere scholen die de kinderen betrokken bij hun activiteiten. Het hele dorp is nu trots op deze activiteiten, helpt mee om alles te zaaien, te verzorgen en te oogsten, want al het voedsel wat geproduceerd wordt mag je gratis meenemen. Vernielingen en misbruik zijn nog niet voorgekomen. Het initiatief kreeg vele prijzen en ook Prins Charles kwam op bezoek en prees de initiatiefnemers. Inmiddels zijn er in veel andere landen (Frankrijk, België, Spanje, Scandinavië) soortgelijke initiatieven genomen… Nu Nederland nog…

De naam van het initiatief is Incredible edible en op hun website is allerlei verdere informatie over dit initiatief te vinden. En ook de Franse versie, les incroyables comestibles, geeft vele berichten en foto’s. Naast deze gratis-vorm van voedselverstrekking zouden er dan wat de boeren betreft ook totaal andere betalingsstructuren kunnen komen, waarbij niet het voedsel wordt betaald, maar de boer financieel wordt gesteund om te zorgen dat hij het voedsel kan produceren wat nodig is voor een grote groep mensen. We kunnen associaties opzetten van consumenten van eieren, kaas, groenten, fruit, melk en vlees, die zo zijn ingericht dat de leden van de associatie een vast bedrag per jaar betalen, waardoor de boer in zijn onderhoud kan voorzien en de leden van de associatie – in onderling overleg – ontvangen wat ze nodig hebben aan voedingswaren. Het zou goed zijn als er op korte termijn een aantal experimenten worden opgezet om dit model uit te werken. Mogelijk dat een garantiefonds op de achtergrond het inkomen voor de boer voor de experimenteerperiode kan veiligstellen. De vraag is ook of er al experimenten op dit gebied gebeuren en hoe we komen tot optimale uitwisseling over ervaringen en resultaten. Want natuurlijk ontstaat er dan ook een vraag omtrent distributie, verdeling, vervoer. Odin heeft met haar voedselpakketten via winkelketens natuurlijk een goede verdeelorganisatie opgebouwd. Het nadeel van dat systeem is dat de klant in zoverre onmondig is dat hij niet (of nauwelijks) inspraak heeft in wat er in zijn voedselpakket zit. Ook de fairtrade-bedrijven doen goed werk, omdat ze niet alleen zorgen voor een goede afzet voor de bij hen aangesloten bedrijven, vaak in derdewereldlanden, maar ze ook zorgen dat een groot deel van de verkoopprijs bij de boeren zelf terecht komt en er niet onderweg teveel aan de strijkstok van anderen blijft hangen.

Zo kunnen we op velerlei fronten werken aan een betere productie, distributie en consumptie van voedingsmiddelen. Maar alles begint ook hier natuurlijk bij het bewustzijn. Ben ik mij bewust waar alle producten vandaan komen die op mijn ontbijttafel staan? Dat was ook de vraag die ik als leraar in de vijfde klas aan de kinderen in de klas stelde: waar komt alles vandaan wat je dagelijks om je heen hebt? Waar wordt je voedsel geproduceerd? Dat is vaak al moeilijk na te gaan, toch wordt er ook al veel gewerkt hieraan. Op veel pakken zuivel staat iets over het bedrijf waar de melk is gemaakt en soms staat er in de winkel nu ook al informatie over de toeleveringsbedrijven. Het is belangrijk om daar meer en meer naar te vragen en over te weten. We hebben gezien in het recente verleden hoe belangrijk het kan zijn te weten waar je kleding wordt gemaakt, omdat juist hier vaak de grootste uitbuiting plaatsvindt, met grote risico’s door onveiligheid, zoals we in het ingestorte gebouw in Bangladesh hebben gezien.
Wie weet, die kan kiezen. Hij weet dan dat hij meedoet aan uitbuiting en medeschuldig is aan moord als er iets misgaat…! Hij kan ook kiezen om kleding te kiezen die in andere landen wordt gemaakt en kijken of hij achter dat regime (China, India etc. ) en de omstandigheden staat waaronder mensen daar moeten werken…
Zuivel, eieren, kaas liggen meestal wat dichterbij, daar zijn de toeleveringsbedrijven misschien zelfs wel eens te bezichtigen…! Misschien goed om eens te beginnen bij de ontbijttafel en de kennis zo steeds stapje voor stapje uit te breiden. Laten we onszelf vele vragen stellen en laten we proberen de antwoorden daarop te achterhalen. Laten we ook proberen betrokken te worden bij de landbouw en veeteelt, de basis van onze voeding. Vanuit een verdiepte interesse en belangstelling kunnen we misschien zelfs de handen uit de mouwen steken en meehelpen om het ongelofelijke mogelijk te maken: dat iedereen voedsel krijgt en dat niemand gebrek hoeft te lijden.
Het begint allemaal met bewustzijn. Vanuit bewustzijn ontdekken we van alles wat scheef is in de voedselvoorziening van de wereld. Het is belangrijk dat we de krachten achter de voedselmultinationals zoals Monsanto, DuMont/Pioneer, Nestlé, Unilever ontmaskeren en laten zien hoe duivels het is om met de basisbehoeften van de mens te marchanderen en die als uitgangspunt te nemen om daar grof aan te verdienen en mensen zelfs ziek te maken of te vermoorden uit geldelijk gewin. Overal en op alle manieren moet ons protest daarover klinken en hoorbaar zijn.

Maar daarnaast is het belangrijk om niet te wachten, maar aan de slag te gaan om een andere wereld op te bouwen. Destijds gebruikte Roel van Duijn het beeld van de kabouter en de paddenstoel. De oude maatschappij is door en door verrot. Maar op die verrotting kan iets nieuws groeien. Als paddenstoelen uit de grond kunnen er nieuwe initiatieven ontstaan: ongelofelijke voedingswaren, die gratis mee te nemen zijn of associaties tussen consumenten en producenten. Die nieuwe initiatieven – hoe klein en kabouter-achtig ook – zullen op den duur ook de oude vermolmde reuzen-structuren verdringen. Want ze passen beter bij ons mens-zijn: ze zijn uit geestkracht geboren, ze geven de mensen enthousiasme en inspiratie en ze leiden naar een betere wereld…

Is in voorbereiding, wordt verwacht…, binnenkort in dit theater:

 Loek Dullaart, 22 oktober 2013