Götz Werner – Einkommen für alle

Henk Burgman (groep Zeist) vertaalde een fragment uit dit boek (blz 177-178) dat de essentie van het basisinkomen raakt.

GotzWerner_EinkommenfuralleOp een nog fundamenteler, ja misschien werkelijk filosofisch vlak, is de betekenis van het ondernemen aan de ene kant, het individuele initiatief en aan de andere kant de uitdrukking van hetzelfde fenomeen en dat is het menselijk vermogen om de wereld planmatig en wilskrachtig vorm te geven. Oppervlakkige critici van het kapitalisme zowel van links als van rechts beweren graag dat het het grote kwaad van het kapitalisme is dat het de mensen vormt tot ruwe materialisten. En degene die het materialisme omarmen redeneren in principe precies zo, maar nemen het omgekeerde argument: De mens is van nature nu eenmaal een materialist en hij is slechts op uit op eigen voordeel en des noods ten koste van anderen. De op bezit en markt gebaseerde economie komt daardoor quasi vanzelf tot stand.
Mijn overtuiging is een andere: In de tegenwoordige economie is eenieder totaal aangewezen op wat de ander voor hem presteert. Zonder het fundamentele vertrouwen van een ieder dat de anderen voortdurend initiatieven nemen, zou onze samenleving ten gronde gaan. Dit vertrouwen wordt nog versterkt omdat eenieder die iets presteert, die een initiatief oppakt, door deze prestatie iets terug krijgt, een inkomen, een voordeel en speelruimte.
Maar dat heeft met egotisme niet veel te maken, omdat ieder individueel streven naar geld, gewin of spullen volledig zinloos zou zijn zonder de prestaties van anderen.
In de grond van de zaak gaan we er eigenlijk niet van uit dat de ander steeds iets wil hebben, maar dat de ander steeds bereid is iets te geven. Let wel – niet schenken, want dan zouden we allemaal heiligen moeten zijn.
Begrijpt men onze economie als een permanent proces van voor de ander presteren en leveren, dan moet het -en zo verging het mijzelf op een dag toen ik dit erkende- op slag duidelijk worden waarom alle mensen een basisinkomen nodig hebben en waarom wij als samenleving uitsluitend onze consumptie moeten belasten, dus het verbruik van de door ons geschapen waarden en niet het scheppingsproces zelf moeten belasten. Dus alleen belastingheffing op het eindproduct, dus btw, en geen belasting op het scheppingsproces, loon-inkomsten-winstbelasting.
De individuele prestatie, de menselijke arbeid, bevrijden we door het basisinkomen van de dwang om zichzelf te verzekeren van overleven en anderzijds van het onacceptabele risico dat men buitengesloten wordt van deelname aan de samenleving. Dat is van dringende noodzaak want beiden, het fysiek overleven als de culturele deelname zijn niet de gevolgen maar de voorwaarden voor het presteren voor de ander. De effectiefste vorm van gebundelde, sociaal georganiseerde menselijke inspanning is het ondernemerskapitaal. Dit kapitaal ontslaan we door de btw van zijn schijnbare plicht de uitgaven van de samenleving mede te financieren en uiteindelijk belanden al de ondernemersbelastingen in de prijs van de producten.
Overigens dient het geld zelf steeds voor maatschappelijke zaken nl, de verzorging van de mens met producten en diensten aan de ene kant en loon aan de andere kant.
De door het geld mogelijk gemaakte immense scheppingskracht van producten voor de samenleving wordt onbelast gelaten waardoor geen verstorende effecten -van niet-economische aard- de belastinginkomsten beïnvloeden.
Met het basisinkomen kunnen de mensen vrijelijk werken, vrij van overlevingsdruk.
Met de consumentenbelasting, btw, laten we het kapitaal vrijelijk werken tot het product wordt geconsumeerd.
Zowel arbeid als kapitaal zijn in wezen niet materieel. Beide drukken zich wel in materiële vorm uit, in producten en diensten, machines, fabrieken en infrastructuur. Maar de vormende kracht zelf komt voort uit geestelijke werkzaamheid, uit ons bewustzijn, ze is een deel van de door het bewustzijn gevormde werkelijkheid.
Met andere woorden: arbeid en kapitaal zijn geestelijke fenomenen. Ze zijn nergens op aarde te vinden. Ze werken zichtbaar in de wereld.